Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 22 april 2024, nummer WBV 2024/9, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/19 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

19. Het asielbeleid ten aanzien van Jemen

19.1. Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden.

19.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

19.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
19.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

Geen bijzonderheden.

19.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND merkt voor Jemen uitsluitend de volgende groepen aan als risicogroep:

  • a. Muhammasheen;

  • b. Christenen;

  • c. Joden;

  • d. Baha’i;

  • e. LHBTI;

  • f. journalisten, activisten en personen die actief zijn in de politiek en daarbij significante kritiek uiten op de autoriteiten; en

  • g. alleenstaande vrouwen en vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt te vrezen voor gender-gerelateerd geweld.

19.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
19.4.1. Artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3º, Vw (artikel 15, onder c van de Kwalificatierichtlijn (2011/95/EG))

De IND neemt voor Jemen een hoge mate van willekeurig geweld aan (minder uitzonderlijke situatie). De vreemdeling uit Jemen moet dus op basis van zijn individuele omstandigheden aannemelijk maken, waarom juist hij specifiek een reëel risico loopt om slachtoffer te worden van de hoge mate van willekeurig geweld ten opzichte van andere burgers.

19.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

19.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

19.5. Bescherming
19.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt voor vreemdelingen afkomstig uit Jemen aan dat het niet mogelijk is de bescherming te verkrijgen van de autoriteiten of internationale organisaties.

19.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt aan dat in Jemen geen binnenlands beschermingsalternatief aanwezig is, tenzij sprake is van evidente, concrete en individualiseerbare aanknopingspunten op basis waarvan kan worden aangenomen dat de vreemdeling zich elders in Jemen kan vestigen.

19.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

De IND beoordeelt aan de hand van paragraaf B8/6 Vc of adequate opvang voor amv’s aanwezig is.

Voor Jemen geldt in ieder geval dat:

  • algemene opvangvoorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn; en

  • de autoriteiten geen zorg dragen voor de opvang.

19.7. Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

19.8. Bijzonderheden

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 april 2024

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

A

Op 28 september 2023 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken een algemeen ambtsbericht uitgebracht over de situatie in Jemen. Naar aanleiding van het nieuwe ambtsbericht is het beleid ten aanzien van vreemdelingen afkomstig uit Jemen opnieuw bepaald. Zie de brief van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 18 maart 2024 aan de Tweede Kamer (kenmerk: 4939552). Met dit wijzigingsbesluit wordt het landenbeleid Jemen conform deze brief aangepast.

Er hebben een tweetal inhoudelijke wijzigingen plaatsgevonden.

Ten eerste zijn de risicogroepen uitgebreid. De groep journalisten, activisten en personen die actief zijn in de politiek en daarbij significante kritiek uiten op de autoriteiten is toegevoegd aan C7/19.3.2 Vc. Daarnaast is de groep alleenstaande vrouwen en vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt te vrezen voor gender-gerelateerd geweld toegevoegd aan C7/19.3.2 Vc. Voor beide groepen is de situatie in Jemen verslechterd.

Ten tweede wordt het beleid op grond van artikel 15, onder c, Kwalificatierichtlijn aangepast. Niet langer wordt aangenomen dat er sprake is van de hoogste mate van willekeurig geweld (meest uitzonderlijke situatie) waarbij, ongeacht de individuele omstandigheden van de vreemdeling, sprake is van een reëel risico op ernstige schade als bedoeld in artikel 15, onder c, Kwalificatierichtlijn. Echter, er wordt een lagere gradatie van artikel 15, onder c, aangenomen (minder uitzonderlijke situatie). Dit is overeenkomstig het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 9 november 2023 (C-125/22). Bij deze lagere gradatie van artikel 15, onder c, Kwalificatierichtlijn dient een vreemdeling aannemelijk te maken dat zijn individuele situatie en persoonlijke omstandigheden in combinatie met de intensiteit van willekeurig geweld in Jemen zorgt voor een reëel risico op ernstige schade vanwege dit willekeurige geweld en waarom hij hierop een verhoogd risico loopt ten opzichte van andere burgers. Dit is aangepast in C7/19.4.1 Vc.

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de eerdergenoemde brief aan de Tweede Kamer.

Naar boven