Besluit van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit van 6 december 2021, nr. NVWA/2022/457, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2022)

De inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit,

Gelet op artikel 10:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 10, eerste en derde lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2019;

Gelet op de schriftelijke toestemming van de secretaris-generaal, bedoeld in artikel 10, derde lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2019, d.d. 3 juni 2021, kenmerk PSG-DB / 21150746;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de inspecteur-generaal:

de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

b. de plaatsvervangend inspecteur-generaal:

de plaatsvervangend inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

c. de directeuren:

de directeur Strategie, de directeur Handhaven, de directeur Keuren en de directeur Interne Organisatie, de directeur Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek, de directeur Inlichtingen & Opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

d. de Chief Veterinary Inspector:

de Chief Veterinary Inspector van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

e. de Chief Food Safety Officer:

de Chief Food Safety Officer van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

f. de Director National Plant Protection Organisation:

de Director National Plant Protection Organi-sation van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

g. de divisiehoofden:

de divisiehoofden van de Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit;

h. de afdelingshoofden:

de afdelingshoofden van een directie of divisie van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

i. de teamleiders:

de teamleiders van een directie, divisie of afdeling van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

j. de inspecteurs van de afdeling Dier:

de inspecteurs van de afdeling Dier van de divisie Inspectie, directie Handhaven van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

k. de inspecteurs van de afdeling Plant, vis, EU en natuur:

de inspecteurs van de afdeling Plant, vis, EU en natuur van de divisie Inspectie, directie Handhaven van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

l. de senior inspecteurs bij de divisie Veterinair en Import en de afdeling Certificeren op afstand:

senior inspecteurs bij de divisie Veterinair en Import en de afdeling Certificeren op afstand die toezichthoudend dierenarts, dan wel senior toezichthoudend dierenarts zijn;

m. de liaison agressie en geweld:

de liaison agressie en geweld van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

§ 2. Taakverdeling

Artikel 2

  • 1. Aan de inspecteur-generaal is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende de volgende aangelegenheden:

    • a. aangelegenheden op het gebied van personeel, financiën, organisatie en bedrijfsvoering, voor zover niet vallend onder het werkterrein van een directeur, divisiehoofd, afdelingshoofd of teamleider;

    • b. aangelegenheden op het werkterrein van een directeur of divisiehoofd:

      • 1°. ten aanzien waarvan de inspecteur-generaal in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

      • 2°. die door een directeur of divisiehoofd aan de inspecteur-generaal ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de inspecteur-generaal door een andere directeur of divisiehoofd moeten worden behandeld.

  • 2. Tot de in het eerste lid, onder a bedoelde aangelegenheden op het gebied van personeel behoren in elk geval:

    • a. het verlenen van langdurig verlof als bedoeld in paragraaf 4.6 van de CAO Rijk;

    • b. het opdragen van een andere functie;

    • c. het opdragen van tijdelijke andere werkzaamheden;

    • d. het toekennen van een hogere salarisschaal;

    • e. het toekennen van beloningen, anders dan genoemd in artikel 3, eerste tot en met het vijfde lid;

    • f. het toekennen van verplichte en onverplichte schadeloosstellingen, vergoedingen en overige geldelijke tegemoetkomingen;

    • g. het treffen van orde maatregelen als bedoeld in hoofdstuk van 15, van de CAO Rijk;

    • h. het toekennen van een terugkeergarantie;

    • i. het afnemen van de eed en belofte van directeuren.

Artikel 3

  • 1. Aan de plaatsvervangend inspecteur-generaal, de directeuren, de divisiehoofden, de afdelingshoofden en de teamleiders wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen het door de inspecteur-generaal vastgestelde bedrag niet te boven gaat.

  • 2. Aan de plaatsvervangend inspecteur-generaal, de directeur Strategie, de directeur Handhaven, de directeur Keuren en de directeur Interne Organisatie wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor het afnemen van de ambtseed en -belofte van medewerkers van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, wordt aan de directeuren, en de divisiehoofden, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het aanbieden en beëindigen van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd;

    • b. het toekennen van de salarisschaal aan medewerkers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd;

    • c. het aangaan van een interdepartementale detacheringsovereenkomst voor bepaalde tijd;

    • d. het toekennen van een toelage in verband met het werken op ongebruikelijke uren, met uitzondering van het vaststellen van een afwijkende dan wel aanvullende regeling als bedoeld in paragraaf 7.1, van de CAO Rijk;

    • e. het nemen van beslissingen inzake overwerk als bedoeld in paragraaf 7.10, van de CAO Rijk;

    • f. het verlenen van buitengewoon verlof van lange duur, al dan niet met behoud van maandinkomen als bedoeld in hoofdstuk 4, van de CAO Rijk, behoudens verlof als bedoeld in paragraaf 4.6;

    • g. het inlenen van uitzendkrachten;

    • h. het toekennen van een toelage in verband met het waarnemen van een hoger gewaardeerde functie als bedoeld in paragraaf 7.8, van de CAO Rijk;

    • i. het toekennen van een salarisverhoging binnen de functionele schaal als bedoeld in paragraaf 6.2, van de CAO Rijk;

    • j. het accorderen dat een medewerker afwijkt van de maximaal over te boeken vakantieaanspraken;

    • k. het verlenen van ouderschaps- of adoptieverlof als bedoeld in hoofdstuk 5, van de CAO Rijk;

    • l. het opleggen van een verplichting tot het volgen van scholing;

    • m. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • n. het goedkeuren van reiskostendeclaraties voor binnen- en buitenlandse dienstreizen;

    • o. het toekennen van blijken van waardering als bedoeld in het Beleidskader Extra Belonen sector Rijk;

    • p. het werven en selecteren van interne en externe sollicitanten voor de vervulling van vacatures.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, wordt aan de afdelingshoofden, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het inlenen van uitzendkrachten en stagiairs;

    • b. het toekennen van een toelage in verband met het waarnemen van een hoger gewaardeerde functie als bedoeld in paragraaf 7.8, van de CAO Rijk;

    • c. het toekennen van een salarisverhoging binnen de functionele schaal als bedoeld in paragraaf 6.2, van de CAO Rijk;

    • d. het accorderen dat een medewerker afwijkt van de maximaal over te boeken vakantieaanspraken;

    • e. het verlenen van ouderschaps- of adoptieverlof als bedoeld in hoofdstuk 5, van de CAO Rijk;

    • f. het opleggen van een verplichting tot het volgen van scholing;

    • g. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • h. het goedkeuren van reiskostendeclaraties voor dienstreizen binnen en buiten de Europese Unie;

    • i. het toekennen van blijken van waardering als bedoeld in het Beleidskader Extra Belonen sector Rijk;

    • j. het werven en selecteren van interne en externe sollicitanten voor de vervulling van vacatures.

  • 5. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, wordt aan de teamleiders, ieder voor zich, met betrekking tot de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het accorderen van tijdschrijfregistraties;

    • b. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • c. het accorderen van IKB-aanvragen;

    • d. het goedkeuren van de registraties in P-Direkt (in dienst / uit dienst) van ingehuurde medewerkers;

    • e. het goedkeuren van roosterwijzigingen(arbeidsmodaliteit) en reiskostendeclaraties (reiskosten binnenland en incidentele reizen woon-werkverkeer);

    • f. het doen van aangifte bij de politie van strafbare feiten die zijn begaan jegens onder hen ressorterende medewerkers;

    • g. het werven en selecteren van interne en externe sollicitanten voor de vervulling van vacatures.

  • 6. De in de leden 3, 4 en 5 bedoelde besluiten, beslissingen en overige handelingen betreffen medewerkers voor wie salarisschaal 1 tot en met 14 van paragraaf 6.3 van de CAO Rijk geldt.

Artikel 4

Aan de Chief Veterinary Inspector, de Chief Food Safety Officer, de Director National Plant Protection Organisation, de senior inspecteurs bij de divisie Veterinair en Import en de afdeling Certificeren op afstand, de inspecteurs van de afdeling Dier, de inspecteurs van de afdeling Plant, vis, EU en natuur en de liaison agressie en geweld wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen het door de directieraad vastgestelde bedrag niet te boven gaat.

Artikel 5

Aan de directeur Strategie, het divisiehoofd Juridische zaken en de teamleider van het team Bezwaar en beroep van de divisie Juridische zaken wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, waaronder begrepen het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het voeren van (hoger) beroeps- en voorlopige voorzieningenprocedures.

Artikel 6

Aan de liaison agressie en geweld wordt machtiging verleend tot het vertegenwoordigen van de NVWA ter zitting bij de strafrechter, dan wel ter zitting bij de raadkamer ten behoeve van de behandeling van klaagschriften als bedoeld in artikel 12, van het Wetboek van Strafvordering.

§ 3. Vervanging

Artikel 7

De uit dit besluit voor de directeur Strategie voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op zijn plaatsvervanger.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 8

Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de directeur Financieel-Economische Zaken van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de directeur Bedrijfsvoering van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de Auditdienst Rijk en aan degenen aan wie krachtens dit besluit ondermandaat, volmacht en machtiging is verleend.

Artikel 9

Het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2020, en werkt ten aanzien van artikel 3, tweede lid terug tot 1 januari 2019.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2022.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Utrecht, 6 december 2021

G.J.C.M. Bakker inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, divisie Juridische Zaken, team Bezwaar en Beroep, Postbus 43006, 3540 AA Utrecht.

Naar boven