Mandaatbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2024

 

Besluit van het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel tot het verlenen van mandaat aan de directeur van Omgevingsdienst Regio Nijmegen. Artikel 1 Begripsbepalingen In dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    Mandaat: de bevoegdheid om in naam van Gedeputeerde Staten besluiten te nemen.

  • 2.

    Machtiging: de bevoegdheid om in naam van Gedeputeerde Staten handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten: het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel.

  • 4.

    ODRN: Omgevingsdienst Regio Nijmegen.

Artikel 2. Mandaat aan de directeur

De directeur van de ODRN (mandataris) is gemandateerd om namens Gedeputeerde Staten (mandaatgever) te beslissen met betrekking tot de bevoegdheden die zijn omschreven in bijlage 1 bij dit mandaatbesluit maar enkel voor zover deze betrekking hebben op bedrijven waarop de Seveso-richtlijn van toepassing is en/of waarbij er sprake is van een ippc-installatie als bedoeld in categorie 4 van bijlage 1 bij de richtlijn industriële emissies.

Artikel 3. Ondermandaat aan ondergeschikten

Het is de mandataris toegestaan ondermandaat te verlenen aan functionarissen die werkzaam zijn voor de Omgevingsdienst Regio Nijmegen.

Artikel 4. Afwezigheid van gemandateerde

In geval van afwezigheid van functionarissen, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door hun plaatsvervanger(s).

Artikel 5. Andere handelingen

De mandataris is bevoegd tot het verrichten van alle handelingen, benodigd voor de voorbereiding, bekendmaking, kennisgeving en uitvoeren van de aan hem gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 6. Instructies

  • 1.

    De mandataris oefent de gemandateerde bevoegdheden uit met inachtneming van de door Gedeputeerde Staten gegeven instructies.

  • 2.

    Bij de uitoefening van de bevoegdheden wordt het gestelde bij of krachtens wetten, besluiten, verordeningen, circulaires, regelingen, aanwijzingen en richtlijnen van rijks- en provinciale bestuursorganen in acht genomen.

  • 3.

    De mandataris oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij hierbij een persoonlijk belang heeft zoals bedoeld in artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 7. Informatieplicht

De mandataris stelt het college van Gedeputeerde Staten in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door het college van Gedeputeerde Staten gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van als maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden of gegeven instructies daartoe aanleiding geven.

Artikel 8. Ondertekening

  • 1.

    Het (onder)mandaat omvat ook de ondertekening van de in mandaat genomen besluiten.

  • 2.

    Ingeval van uitoefening van bevoegdheden namens het college van Gedeputeerde Staten worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

‘Namens Gedeputeerden Staten van Overijssel’,

gevolgd door de functieaanduiding van de functionaris en zijn of haar handtekening en naam.

  • 1.

    Het is de (onder)mandataris toegestaan een ondertekening digitaal te laten aanbrengen.

  • 2.

    Bij volledig geautomatiseerd aangemaakt besluiten, is een handtekening niet noodzakelijk.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Dit mandaatbesluit treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel 10. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2024

Artikel 1 Besluitbevoegdheden

In onderstaand overzicht is met een ‘X’ in de kolom ‘Mandaat’ aangegeven welke bevoegdheden het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel heeft gemandateerd aan de directeur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen, waarbij een ‘X’ betekent dat de betreffende bevoegdheid is gemandateerd. In de kolom ‘begrenzing’ is, indien van toepassing, vermeld tot welke omvang de gemandateerde bevoegdheid is begrensd.

Nr.

Algemene omschrijving te mandateren bevoegdheid

Nadere toelichting

Grondslag

Man-

daat

Begren-

zing

  • 1.

    1.

Beslissen op aanvragen omgevingsvergunning, het opleggen van maatwerkvoorschriften, het opleggen van gedoogplichten, het nemen van een beschikking gelijkwaardige maatregel, het geven van advies met instemming, het nemen van een besluit bijzondere omstandigheden, het reageren op een melding, het besluiten omtrent benodigde goedkeuringen.

Ook is gemandateerd de bevoegdheid tot het doen/nemen van eventueel benodigde procedurele handelingen en besluiten, zoals het maken van een passende beoordeling of het nemen van een mer-beoordelingsbesluit.

Hieronder moet ook onder meer het intrekken, wijzigen, reviseren of actualiseren van de betreffende besluiten worden verstaan.

Onder een besluit bijzondere omstandigheden wordt verstaan: besluiten op grond van hoofdstuk 2 en 19 van de Ow.

Hoofdstuk 2, 4, 5, 10, 16, 17 en 19 Ow

X

  • 1.

    2.

Het nemen van besluiten of het verrichten van handelingen op grond van of krachtens de Algemene wet bestuursrecht, voor zover die nodig zijn voor het uitoefenen van een bevoegdheid op grond van elders in dit mandaatbesluit gemandateerde bevoegdheden.

X

  • 1.

    3.

Bestuursrechtelijke handhavingstaak: a. het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Ow, met inbegrip van het verzamelen en registreren van gegevens die hiervoor van belang zijn. Hieronder valt ook de bevoegdheid tot het aanwijzen van toezichthouders. b. het behandelen van klachten en handhavingsverzoeken over de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Ow, en c. het opleggen en ten uitvoer leggen van een bestuurlijke sanctie vanwege enig handelen of nalaten in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Ow.

Ook is gemandateerd de bevoegdheid tot het doen/nemen van eventueel benodigde procedurele handelingen en besluiten, zoals het onderzoeken van een veiligheidsrapport.

Dit betreft zowel het toezicht op vergunningvoorschriften als toezicht op informatie- en meldingspichten en algemene regels. De bevoegdheid tot het aanwijzen van toezichthouders omvat alle daarmee samenhangende bevoegdheden waaronder het toekennen van de bevoegdheid tot binnentreden en het uitgeven van een legitimatiebewijs.

Art. 122 Provinciewet jo art. 18.1 Ow (en overige artikelen in afd. 18.1 Ow) en Awb (o.a. art, 5:20 lid 3, 5.7a en 5.33a Awb)

X

  • 1.

    4.

Het nemen van besluiten op grond van of krachtens de Wet milieubeheer.

X

  • 1.

    5.

  • 1.

    6.

Het nemen van besluiten op grond van of krachtens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.

x

  • 1.

    7.

Het nemen van besluiten op grond van of krachtens de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

  • 1.

    8.

Het nemen van besluiten op grond van of krachtens de Wet Open Overheid.

X

  • 1.

    9.

Het nemen van besluiten op grond van of krachtens de Wet BAG.

X

  • 1.

    10.

Het in rechte vertegenwoordigen van het college en het nemen van besluiten inzake

bestuursrechtelijke procedures, zoals het vaststellen en indienen van verweerschriften

en andere stukken in het kader van voorlopige voorziening, beroep of hoger beroep.

  • 1.

    11.

Besluiten en aanverwante brieven ten aanzien van invordering van verbeurde dwangsommen.

Naar boven