Mandaatbesluit Overijssel heffing retributie bij aanvraag tegemoetkoming faunaschade aan BIJ12

De Heffingsambtenaar van de provincie Overijssel (hierna: de Heffingsambtenaar),

 

Gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Gelet op de artikelen 223, 227a, 228, en 229 van de Provinciewet, artikel 13.1a van de Omgevingswet, artikel 3.7 van de Belastingverordening Overijssel, en artikel 1.7.3 van de Tarieventabel bij de Belastingverordening Overijssel;

 

Overwegende:

 

  • -

    dat op grond van de Belastingverordening Overijssel leges worden geheven van degene op wiens aanvraag een in de tarieventabel behorende bij deze verordening, omschreven dienst wordt verricht;

  • -

    dat de bevoegdheid provinciale belastingen te heffen als bedoeld in artikel 227a, tweede lid van de Provinciewet, waartoe ook de leges worden gerekend, is toegekend aan de provincieambtenaar belast met de heffing van provinciale belastingen;

  • -

    dat de Heffingsambtenaar door het college van gedeputeerde staten van Overijssel is aangewezen als provincieambtenaar belast met de heffing van provinciale belastingen;

  • -

    dat het uit een oogpunt van efficiency gewenst is aan de directeur van BIJ12 de bevoegdheid te mandateren tot het heffen van leges in die gevallen, waarin hij door gedeputeerde staten mandaat heeft gekregen om namens hen te beslissen op hieronder nader te omschrijven aanvragen op grond van artikel 15.53 van de Omgevingswet;

 

Gezien de instemming bedoeld in artikel 10:4, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht van het bestuur en directeur van de Vereniging Interprovinciaal Overleg;

 

Besluit:

Artikel 1: Begrippen

Aanvraag: een aanvraag voor tegemoetkoming in faunaschade op grond van artikel 15.53 Omgevingswet;

 

BIJ12: uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincies, zijn de onderdeel van de Vereniging Interprovinciaal Overleg;

 

Directeur: Directeur van BIJ12.

Artikel 2: Mandaatverlening

  • 1.

    De directeur, of diens waarnemer, is gemandateerd om namens de Heffingsambtenaar:

    • -

      de retributie te heffen voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 15.53 Omgevingswet, in samenhang met artikelen 223 lid 1 onder b Provinciewet, 13.1a lid 1 Omgevingswet, en 1.7.3 van de Tarieventabel van de Belastingverordening Overijssel;

    • -

      ten aanzien van de genoemde retributie te beslissen op verzoeken tot vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf als bedoeld in artikelen 229 Provinciewet en 3.7 Belastingverordening Overijssel;

    • -

      ambtshalve te besluiten tot vermindering, ontheffing of teruggaaf als bedoeld in artikel 65 Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, gelet op het bepaalde in artikelen 227a en 228 Provinciewet en 3.7 Belastingverordening Overijssel;

     

  • alles voor zover:

     

    • a.

      gedeputeerde staten aan de directeur mandaat hebben verleend tot het beslissen op de desbetreffende aanvraag;

    • b.

      voor het in behandeling nemen van de aanvraag leges verschuldigd zijn op grond van de Belastingverordening Overijssel.

  • 2.

    De directeur, of diens waarnemer, is bij de uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden gerechtigd de namens de Heffingsambtenaar genomen besluiten te ondertekenen.

  • 3.

    Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, ziet niet op de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaarschriften als bedoeld in artikel 6:4 Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3: Ondermandaat

  • 1.

    De directeur kan ter uitoefening van de in artikel 2 gemandateerde bevoegdheden schriftelijk ondermandaat verlenen aan onder hem ressorterende leidinggevende functionarissen voor zover aan deze ondermandaat is verleend voor het beslissen op aanvragen waarop de legesheffing betrekking heeft.

  • 2.

    De directeur informeert de Heffingsambtenaar over verleend ondermandaat.

Artikel 4: Instructies en informatieverplichting

  • 1.

    De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij het te nemen besluit een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    De gemandateerde stelt de Heffingsambtenaar in kennis van krachtens mandaat te nemen besluiten waarvan zij moet aannemen dat kennisneming door de Heffingsambtenaar gewenst is. Hiervan is in ieder geval sprake als de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven en ingeval beslist moet worden op verzoeken tot vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf van leges.

  • 3.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

  • 4.

    De directeur neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden instructies van de Heffingsambtenaar in acht. Partijen lichten elkaar over en weer in over de uitvoering van een instructie op een zodanig tijdstip dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

  • 5.

    De directeur informeert de Heffingsambtenaar over de uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden via de Planning en Control-cyclus van BIJ12.

Artikel 5: Ondertekening

  • 1.

    De ondertekening, bedoeld in de artikelen 2, 3, en 4 luidt:

     

    ‘de Heffingsambtenaar van de provincie Overijssel,

    voor deze;

     

    De directeur van BIJ12,',

Artikel 6: Intrekking en inwerkingtreding

Zwolle, 11.04.2024

de Heffingsambtenaar van de provincie Overijssel,

J.A. Welmers

TOELICHTING

Ter uitvoering van de taak tegemoetkomingen te verlenen in faunaschade zoals bedoeld in artikel 15.53 van de Omgevingswet, wordt mandaat verleend aan BIJ12. Deze uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincies gaat de daadwerkelijke uitvoering doen c.q. aanvragen afhandelen en hierop beschikken. BIJ12 maakt onderdeel uit van de Vereniging het Interprovinciaal Overleg en is daarmee in bestuursrechtelijke zin niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van de Heffingsambtenaar van de provincie Overijssel in de zin van artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Juridisch gezien is mandaat aan een dergelijke niet-ondergeschikte slechts mogelijk indien duidelijke instructies worden meegegeven, ofwel de mandaatgever feitelijke invloed kan uitoefenen op hoe met haar bevoegdheden wordt omgegaan.

 

Voordat een aanvraag om een tegemoetkoming in faunaschade in behandeling wordt genomen, wordt bij wijze van retributie een kostenvergoeding geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een tegemoetkoming in faunaschade. Dit is geregeld in artikelen 223 lid 1 onder b van de Provinciewet, 13.1a lid 1 van de Omgevingswet, en de Belastingverordening Overijssel.

Naar boven