INVESTERINGSREGLEMENT FSFE

 

Dit investeringsreglement is vastgesteld door de Algemene Vergadering van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Fûns Skjinne Fryske Enerzjy BV, statutair gevestigd te Leeuwarden (hierna te noemen: “FSFE”), kantoorhoudende in Fryslân, op grond van artikel 19 lid 2 van haar statuten.

 

Voor zover de financiering welke op grond van dit reglement wordt gedaan kwalificeert als subsidie is de Subsidieregeling economie, recreatie en toerisme Fryslân van toepassing.

 

OVERWEGINGEN

 

  • 1.

    FSFE is opgericht door de provincie Fryslân (hierna: de ‘Provincie’) met als doel uit hoofde van het publieke belang het vermogen van de Friese economie tot realisatie van de Energietransitie te versterken door het verstrekken van financieringen vanuit een revolverend fonds.

  • 2.

    FSFE bereikt deze doelstelling door middel van het zelfstandig en in samenwerking met andere partijen verstrekken van leningen, garanties en/of aandelenkapitaal aan rechtspersonen.

  • 3.

    FSFE hanteert bij financiering van projecten, die financieel en maatschappelijk dienen te renderen in de provincie Fryslân, zo veel mogelijk marktconforme uitgangspunten. De zakelijke grondslag wordt vormgegeven door:

    • een professioneel fondsbeheerder met bewezen kennis en kunde op het snijvlak van financiering en energietransitie;

    • het toepassen van goede praktijken en bedrijfstoezicht door de fondsbeheerder;

    • een mechanisme waarbij de vergoeding van de fondsbeheerder mede afhankelijk is van de resultaten van het fonds;

    • doelstellingen van het fonds te koppelen aan een tijdschema voor het uitzetten van financieringen;

    • een investeringscomité aan te stellen dat betrokken is bij de investeringsbeslissingen en waarvan de meerderheid van de leden uit particuliere marktinvesteerders bestaat.

  • 4.

    FSFE zal, voor zover het financieringen aangaat die een steunelement bevatten, dit uitsluitend doen als onderdeel van de totale financiering en altijd binnen de kaders van:

    • Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, of diens opvolger (hierna te noemen “de-minimis verordening”);

    • Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (hierna te noemen: “AGVV”) of diens opvolger.

  • 5.

    FSFE kan uitsluitend energietransitie-projecten met een publiek belang financieren conform de bepalingen van dit reglement.

 

REGLEMENT

 

1. Definities

Aandelenkapitaal: eigendomsbelang in een onderneming vertegenwoordigd door de aandelen die aan de investeerders zijn uitgegeven.

Algemene Vergadering: de algemene vergadering van aandeelhouders van FSFE.

College van GS: het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Fryslân.

Commanditaire vennootschap: een commanditaire vennootschap als bedoeld in artikel 19 e.v. Wetboek van Koophandel.

Diversificatie instructies: instructies van de Algemene Vergadering aan de fondsbeheerder omtrent spreiding en diversificatie van financieringen uit het FSFE, die worden gegeven nadat de Algemene Vergadering ter zake advies heeft ingewonnen bij het IC.

Doelonderneming: een rechtspersoon, commanditaire vennootschap, vennootschap onder firma, maatschap of eenmanszaak die in aanmerking wil komen voor financiering door het FSFE en hiertoe een voorlopig of definitief projectplan heeft ingediend bij de fondsbeheerder, dan wel een financieringsovereenkomst heeft afgesloten met het FSFE.

Duurzame energie: energie uit hernieuwbare niet-fossiele bronnen, gerealiseerd door de doelonderneming.

Eenmanszaak: een natuurlijke persoon die voor eigen rekening een onderneming drijft, waaronder tevens beoefenaars van een zelfstandig beroep of een ondernemer of beoefenaar van een zelfstandig beroep in de zin van artikel 3.4 en 3.5 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

Energiebesparing: vermindering van het energiegebruik ten opzichte van de conform bijlage 1 van dit reglement vastgestelde referentie, welke vermindering door of vanwege de inzet van de doelonderneming wordt gerealiseerd,

Energietransitie project: een project uitgevoerd door de doelonderneming gericht op energiebesparing en/of duurzame energie–opwekking.

Exit: de algehele vervroegde aflossing van een lening dan wel de beëindiging van een participatie door FSFE .

Exitstrategie: strategie voor de beëindiging van een participatie door het FSFE.

Financieel en maatschappelijk rendement: rendement als omschreven in bijlage 1 van dit reglement.

Financiering: het verstrekken van vermogen in de vorm van leningen, garanties of het aangaan van participaties .

Financieringsovereenkomst: Overeenkomst tussen FSFE en de doelonderneming omtrent de financiering van een energietransitie-project.

Fondsbeheerder: de rechtspersoon die in opdracht van FSFE invulling geeft aan het beheer van het FSFE, dan wel de statutair aangewezen directeur die namens het bestuur van FSFE invulling geeft aan deze taak.

FSFE: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Fûns Skjinne Fryske Enerzjy BV .

Garantie: de borgstelling door het FSFE voor een terugbetaling van een lening, het nakomen van een overeenkomst of een vergoeding van schade bij gespecificeerde risico’s door een doelonderneming .

Geoorloofde steun: steun die geoorloofd is vanwege toepassing van de AGVV dan wel de de-minimis verordening.

Grote onderneming: een onderneming die niet valt onder de definitie van kleine, micro of middelgrote onderneming.

Herfinanciering: transactie waarbij de overeengekomen financieringsovereenkomst op enig moment tijdens de looptijd dan wel na afloop van de overeenkomst al dan niet met gehele of gedeeltelijke aflossing, restitutie van ter beschikking gesteld eigen vermogen of verval van garanties, op andere dan overeengekomen wijze, op meer dan ondergeschikte wijze wordt aangepast.

Investeringscomité (IC): het onafhankelijk adviescomité van FSFE waarvan de meerderheid van de leden uit particuliere marktinvesteerders bestaat en bij de besluitvorming betrokken is om te verzekeren dat het fonds op zakelijke grondslag wordt beheerd, een en ander bedoeld in de AGVV.

Kleine onderneming: een onderneming in de zin van Bijlage I van de AGVV, met minder dan 50 werknemers, met een jaaromzet of een jaarlijks balanstotaal van maximaal € 10 miljoen. Een onderneming wordt niet als een kleine onderneming aangemerkt indien één of meer overheidsinstanties of openbare lichamen gezamenlijk direct of indirect zeggenschap heeft of hebben over 25 % of meer van het kapitaal of de stemrechten, behoudens de in artikel 3, tweede lid, tweede alinea van Bijlage I van de AGVV bedoelde gevallen.

LEI: een doelonderneming die gericht is op een toename van hernieuwbare, duurzame energieproductie, die lokaal geworteld is en haar directe omgeving laat meeprofiteren van de opbrengsten van haar projecten door burgers en bedrijven actief te laten participeren.

LEI-Financiering: een financiering die is of wordt verstrekt aan een LEI.

Maatschap: een maatschap als bedoeld in art. 7A:1655 e.v. Burgerlijk Wetboek.

Middelgrote onderneming: een onderneming in de zin van Bijlage I van de AGVV, met minder dan 250 werknemers, met een jaaromzet van maximaal € 50 miljoen, of een balanstotaal van maximaal € 43 miljoen. Een onderneming wordt niet als een middelgrote onderneming aangemerkt indien één of meer overheidsinstanties of openbare lichamen gezamenlijk direct of indirect zeggenschap heeft of hebben over 25 % of meer van het kapitaal of de stemrechten, behoudens de in artikel 3, tweede lid, tweede alinea van Bijlage I van de AGVV bedoelde gevallen.

Micro-onderneming: een onderneming in de zin van Bijlage I van de AGVV, met minder dan 10 werknemers, met een jaaromzet of een jaarlijks balanstotaal van maximaal € 2 miljoen. Een onderneming wordt niet als een micro-onderneming aangemerkt indien één of meer overheidsinstanties of openbare lichamen gezamenlijk direct of indirect zeggenschap heeft of hebben over 25 % of meer van het kapitaal of de stemrechten, behoudens de in artikel 3, tweede lid, tweede alinea van Bijlage I van de AGVV bedoelde gevallen.

Lening: verstrekking van een geldsom door het FSFE aan de doelonderneming welke op een overeengekomen moment of momenten moet worden terugbetaald.

Onderneming in moeilijkheden: een doelonderneming wordt geacht in moeilijkheden te zijn wanneer zij aan de volgende voorwaarden uit artikel 1, lid 7, van de AGVV is voldaan:

  • a.

    in het geval van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: wanneer meer dan de helft van het maatschappelijke kapitaal is verdwenen en meer dan een kwart van dit kapitaal tijdens de afgelopen twaalf maanden is verloren gegaan, of;

  • b.

    in het geval van een vennootschap waarvan ten minste enkele vennoten onbeperkte aansprakelijkheid voor de schulden van de vennootschap hebben: wanneer meer dan de helft van het eigen vermogen, zoals in de jaarrekening van de vennootschap wordt vermeld, is verdwenen en meer dan een kwart van dit vermogen tijdens de afgelopen twaalf maanden is verloren gegaan, of;

  • c.

    ongeacht de vorm van de betrokken onderneming: wanneer de onderneming aan de voorwaarden voldoet om aan een collectieve insolventieprocedure te worden onderworpen. Een doelonderneming die voor minder dan drie jaar is opgericht, wordt voor de toepassing van deze verordening met betrekking tot die periode niet geacht in moeilijkheden te zijn, tenzij zij aanwijsbaar in betalingsproblemen verkeert.

Participatie: het verstrekken van aandelenkapitaal door het FSFE aan de doelonderneming.

Projectplan (voorlopig/definitief): een plan van een doelonderneming waarin een energietransitie project centraal staat, dat kan dienen als aanleiding voor het aangaan van een gesprek tussen de fondsbeheerder en de doelonderneming over een mogelijke financiering (voorlopig project plan) dan wel het op verzoek van de fondsbeheerder ingediende plan wat ten grondslag ligt aan een aanvraag tot financiering (definitief project plan).

Private investeerder: een particuliere investeerder die kapitaal verstrekt aan de Doelonderneming ten bate van de totstandkoming van een energietransitie project.

Provinciaal beleid: het door de provincie uit hoofde van het publieke belang vastgelegde beleid ten aanzien van energiebesparing en duurzame energie opwekking.

Provincie: de publiekrechtelijke rechtspersoon provincie Fryslân.

Raad van Commissarissen: Raad van Commissarissen van FSFE.

Rechtspersoon: iedere privaatrechtelijke rechtspersoon naar Nederlands recht met volledige rechtsbevoegdheid.

Reglement: dit investeringsreglement.

Statuten: Statuten van het FSFE.

Vennootschappen onder firma: een vennootschap onder firma als bedoeld in art. 18 e.v. Wetboek van Koophandel.

 

2. Algemene eisen aan de doelonderneming en het project

  • 1.

    FSFE verstrekt alleen financiering aan energietransitie projecten uitgevoerd door rechtspersonen en bedrijven in de vorm van maatschappen, eenmanszaken, vennootschappen onder firma’s en commanditaire vennootschappen actief binnen het grondgebied van de provincie Fryslân.

  • 2.

    Er wordt geen financiering verstrekt aan een onderneming in moeilijkheden.

  • 3.

    FSFE verstrekt geen financiering voor algemene bedrijfsvoering van de doelonderneming. De financiering richt zich geheel op de totstandkoming van het energietransitie project (projectfinanciering).

  • 4.

    FSFE verstrekt geen rechtstreekse financiering aan publiekrechtelijke rechtspersonen.

  • 5.

    Indien voor een energietransitie project een speciale rechtspersoon (‘special purpose vehicle’ verder ‘SPV’) wordt opgericht, dan kunnen de betrokken rechtspersonen ervoor kiezen zich te laten vertegenwoordigen via deze rechtspersoon:

    • a.

      waar in dit reglement wordt gedoeld op ‘doelonderneming’ hebben de relevante bepalingen betrekking op de betreffende rechtspersoon (SPV), tenzij de strekking van de bepaling zich hiertegen verzet;

    • b.

      de fondsbeheerder kan nadere voorwaarden stellen aan de oprichters van de SPV afhankelijk van de vormgeving de SPV.

3. Algemene eisen financiering

  • 1.

    Financiering kan alleen worden verstrekt aan projecten die conform Bijlage 1 op basis van een projectplan zowel:

    • a.

      financieel en maatschappelijk rendement opleveren binnen het grondgebied van de provincie Fryslân, als

    • b.

      zich bevinden in de fase van uitrol en/of expansie van de activiteiten waarbij direct wordt bijgedragen aan de realisatie van energietransitie.

  • In geval van een LEI-Financiering geldt in afwijking van het voorgaande dat financiering alleen kan worden verstrekt aan projecten die op basis van een projectplan zowel:

    • c.

      zich bevinden in een ontwikkelfase direct voorafgaand aan de fase genoemd onder b;

    • d.

      voldoen aan de criteria opgenomen in Bijlage 2.

  • 2.

    FSFE kan LEI-Financieringen verstrekken gedurende een periode van maximaal vier jaar na inwerkingtreding van dit gewijzigde investeringsreglement, met dien verstande dat de Algemene Vergadering te allen tijde kan besluiten dat FSFE niet langer LEI-Financieringen zal verstrekken.

  • 3.

    FSFE kan alleen aandelenkapitaal verstrekken aan een doelonderneming gelijktijdig met private investeerders en onder minimaal dezelfde condities. Voor iedere participatie wordt een exitstrategie vastgesteld.

  • 4.

    FSFE kan alleen leningen en garanties verstrekken met een maximale looptijd van vijftien jaar.

  • 5.

    De maximale looptijd van LEI-Financieringen bedraagt 2 jaar.

  • 6.

    De doelonderneming accepteert de informatie en rapportageverplichtingen die met de financiering gepaard gaan waaronder in ieder geval:

    - rapportage omtrent in de financieringsovereenkomst opgenomen onderdelen, waarvan aard, omvang en frequentie worden bepaald door de fondsbeheerder;

    - een jaarlijks te actualiseren meerjarenbegroting van het energietransitie project;

    - een jaarrekening dan wel de balans en winst- en verliesrekening, bij voorkeur voorzien van accountantsverklaring afgegeven door een registeraccountant of andere gecertificeerde accountant, op te maken en te deponeren binnen zes maanden na het einde van ieder boekjaar;

    - actuele informatie indien bijzondere omstandigheden van het energietransitie project daartoe aanleiding geven.

4. Omvang financiering

  • 1.

    De minimale omvang van het te financieren energietransitie project en de minimale omvang van de bijdrage van FSFE bedragen € 50.000 of, in het geval van LEI-Financieringen, € 25.000.

  • 2.

    Een garantie of lening van FSFE ten behoeve van het energietransitie project ten bedrage van meer dan € 200.000 zal alleen worden verstrekt onder de conditie dat private investeerders minimaal 33% vreemd vermogen verschaffen voor datzelfde project. De fondsbeheerder stelt minimale eisen aan aard en omvang van de bijdrage van private investeerders.

  • 3.

    In alle gevallen waarin FSFE participeert in aandelenkapitaal, zal FSFE niet meer dan 49% van de aandelen bezitten.

  • 4.

    Bij LEI-Financieringen hanteert FSFE een risico-opslag van 20%, oftewel een aanvullende (terug)betaling door de LEI ter grootte van 20% van de beschikbaar gestelde Financiering.

  • 5.

    In geval na een financiering een volgende financiering vanuit FSFE aan dezelfde doelonderneming voor hetzelfde project wordt aangevraagd, wordt deze enkel verleend in geval van nieuwe feiten en omstandigheden waarin niet in de eerdere financieringsovereenkomst is voorzien.

  • 6.

    Voor de volgende investeringsbesluiten is goedkeuring vereist van de Algemene Vergadering:

    • a.

      Financieringen groter dan € 7.500.000.

    • b.

      Financieringen groter dan € 1.000.000 voor zover hier geen positief of neutraal advies van het investeringscomité aan ten grondslag ligt.

  • 7.

    De financiering vanuit FSFE bedraagt in totaal nooit meer dan € 15.000.000,-- per energietransitie project en per doelonderneming aan wie de financiering verstrekt wordt. In het geval van LEI-Financieringen bedraagt de financiering vanuit FSFE in totaal nooit meer dan € 200.000,-- (inclusief opgerolde rente) per energietransitie project en per doelonderneming aan wie de financiering verstrekt wordt.

  • 8.

    Het maximaal voor LEI-Financieringen beschikbare bedrag bedraagt € 3 miljoen.

  • 9.

    Het absolute plafond voor te verstrekken financieringen wordt bepaald door het bedrag van het nominale fondsvermogen. Geen financiering wordt verstrekt voor zover zulks:

    • a.

      het op dat moment beschikbare fondsvermogen overschrijdt of

    • b.

      niet in overeenstemming is met de instructies van de Algemene Vergadering omtrent diversificatie van de portefeuille.

  • 10.

    Aanvragen voor financiering in de vorm van leningen of garanties worden op volgorde van binnenkomst behandeld voor zover bij honorering het op dat moment beschikbare fondsvermogen kan worden overschreden.

  • 11.

    FSFE hanteert voor het gehele fonds een doelstelling ten aanzien van de bijdragen van private investeerders. Het staat de fondsbeheerder voor iedere financiering vrij eisen te stellen aan de aard en omvang van deze bijdragen aan een projectplan.

  • 12.

    Het staat de fondsbeheerder vrij eisen te stellen aan de aard en omvang van de inbreng van eigen vermogen door de zittende aandeelhouders of leden van-, dan wel andere financieel belanghebbenden bij de doelonderneming zelf. Dit vermogen kan niet fungeren als vreemd vermogen als bedoeld in lid 2 van dit artikel.

  • 13.

    FSFE hanteert bij financiering van projecten, die financieel en maatschappelijk dienen te renderen in de provincie Fryslân, marktconforme uitgangspunten. Indien een financiering steunelementen omvat (zoals verondersteld mag worden bij de LEI-Financieringen), dient de financiering te passen onder de AGVV of de de-minimisverordening.

5. Rol van organen van FSFE in het investeringsproces

  • 1.

    De fondsbeheerder is in ieder geval verantwoordelijk voor het bestuur van het fonds, het verstrekken van financieringen aan energietransitie projecten, het beheer van de financieringsovereenkomsten, de ontwikkeling van de fondsportefeuille, uitvoering van de exit- strategie en risicomanagement. Het fondsbeheer wordt ingevuld door of namens het bestuur van de vennootschap.

  • 2.

    De Algemene Vergadering is onder meer bevoegd tot de goedkeuring van het jaarplan en het jaarverslag van FSFE. Individuele besluiten omtrent financiering hoeven niet aan de Algemene Vergadering te worden voorgelegd tenzij voorgeschreven in dit reglement.

  • 3.

    Het Investeringscomité is onder meer bevoegd om vanuit een onafhankelijke en deskundige positie advies te geven aan de fondsbeheerder omtrent het al dan niet aangaan van een financiering conform de procedure opgenomen in dit reglement.

  • 4.

    De Raad van Commissarissen ziet conform de statuten van de vennootschap in ieder geval toe op een effectieve samenwerking tussen de doelonderneming, de fondsbeheerder en het investeringscomité en de wijze waarop de doelstelling van de vennootschap wordt gerealiseerd. Individuele besluiten omtrent financiering hoeven niet aan de Raad van Commissarissen te worden voorgelegd tenzij voorgeschreven in dit reglement.

  • 5.

    De organen van FSFE zijn gehouden de bepalingen uit dit reglement en de statuten van FSFE na te leven. De statuten prevaleren bij aantoonbare strijdigheden tussen de statuten en dit reglement.

6. Procedure

  • 1.

    De doelonderneming die voor financiering vanuit FSFE in aanmerking wil komen, dient na een intakegesprek een voorlopig projectplan in bij de fondsbeheerder conform bijlage 1 dan wel bijlage 2 van dit Reglement. Het voorlopig projectplan zal niet worden beschouwd als een aanvraag tot financiering en evenmin als een basis voor het aangaan van een financieringsovereenkomst. Het projectplan kan in iedere fase onderwerp worden gemaakt van een due diligence-onderzoek, dat al dan niet wordt uitgevoerd in samenwerking met private financiers.

  • 2.

    Het voorlopig projectplan vormt de basis voor overleg tussen doelonderneming en fondsbeheerder. De fondsbeheerder waarborgt binnen haar wettelijke mogelijkheden maximale vertrouwelijkheid van gesprekken en uitgewisselde gegevens. Ze voegt de vermelding ‘vertrouwelijk’ toe op de haar toegekomen stukken.

  • 3.

    De doelonderneming geeft bij indiening van het voorlopig projectplan in ieder geval aan

    • a.

      Welke inspanningen zijn verricht voor het verkrijgen van private financiering;

    • b.

      Waarom zonder financiering van FSFE de te bereiken doelstellingen van het energietransitie project niet of minder goed kunnen worden bereikt;

    • c.

      Welk publiek belang met realisatie is gemoeid, in het bijzonder de aansluiting op provinciaal beleid en de verwachte bijdrage aan de energietransitie;

    • d.

      Welke private investeerder en andere publieke investeerder bereid is ten behoeve van het project kapitaal te verstrekken dan wel anderszins de financiering te ondersteunen;

    • e.

      Aard en omvang van de gevraagde bijdrage van FSFE en verwachting van de ontwikkeling van financieel rendement;

    • f.

      Informatie omtrent overige onderdelen als opgenomen in bijlage 1 dan wel bijlage 2 van dit reglement

  • 4.

    Indien het voorlopig projectplan en de gesprekken hiertoe aanleiding geven, wordt de doelonderneming door de fondsbeheerder uitgenodigd een definitief projectplan op te stellen. In de uitnodiging worden door de fondsbeheerder op basis van het voorlopig projectplan en de gevoerde gesprekken nadere eisen en aandachtspunten gespecificeerd ten aanzien van het projectplan.

  • 5.

    Het definitief projectplan wordt gemotiveerd afgewezen of, eventueel na due diligence-onderzoek, voorgelegd aan het investeringscomité indien het project naar het oordeel van de fondsbeheerder voor financiering in aanmerking komt.

  • 6.

    Het investeringscomité ontvangt van de fondsbeheerder het definitief projectplan met daarbij in ieder geval:

    • a.

      Een voorstel tot financiering inclusief risicoparagraaf en duiding van uitkomsten van een eventueel verricht due diligence-onderzoek;

    • b.

      Algemene en bijzondere financieringsvoorwaarden neergelegd in een concept financieringsovereenkomst.

  • 7.

    Het investeringscomité beoordeelt op grond van dit reglement de kwaliteit en robuustheid van het definitieve projectvoorstel. Het investeringscomité toetst daarbij in ieder geval de maatschappelijke baten, de levensvatbaarheid en potentiële winstgevendheid van het project, de risico’s, de exitstrategie en de omvang van de financiering in verhouding tot de bijdrage aan energietransitie in Fryslân. Het investeringscomité adviseert positief, neutraal of negatief aan de fondsbeheerder.

  • 8.

    De fondsbeheerder beslist definitief over de verlening van de financiering en de financieringsvoorwaarden, met inachtneming van de volgende bepalingen:

    • a.

      In geval van een positief of neutraal advies van het investeringscomité kan de financiering worden verleend, onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering in de gevallen waarvoor dat in dit reglement is voorgeschreven;

    • b.

      In geval van een negatief advies van het investeringscomité kan de financiering worden:

      - afgewezen, al dan niet met uitnodiging aan de doelonderneming om een herzien definitief projectplan op te stellen;

      - goedgekeurd, onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering, in de gevallen waarvoor dat in dit reglement is voorgeschreven.

    • c.

      Bij verschil van inzicht tussen de fondsbeheerder en het investeringscomité omtrent het aangaan van financieringen wordt de RvC altijd direct op de hoogte gesteld door de fondsbeheerder omtrent de redenen om alsnog tot financiering over te willen gaan.

  • 9.

    De fondsbeheerder stelt in geval van een goedgekeurd definitief projectplan, een definitieve financieringsovereenkomst op.

  • 10.

    De financiering kan niet eerder definitief worden overeen gekomen dan nadat bovenstaande procedure geheel is doorlopen en alleen indien en voor zover aan de financiering een schriftelijke uitnodiging tot het indienen van een definitief projectplan ten grondslag ligt, afkomstig van de fondsbeheerder, gericht tot de doelonderneming.

7. Uitvoering project

  • 1.

    De doelonderneming is gehouden aan de informatie- en rapportageverplichtingen richting fondsbeheerder zoals neergelegd in dit reglement, de financieringsovereenkomst en de statuten van FSFE.

  • 2.

    De doelonderneming zal een voornemen dat kan leiden tot een wezenlijke wijziging van de uitvoering van het bij de financieringsovereenkomst behorende projectplan, voordat definitieve beslissingen genomen worden, voorleggen aan de fondsbeheerder.

  • 3.

    De doelonderneming zal een onvoorziene omstandigheid die kan leiden tot een wezenlijke wijziging van de bij de financieringsovereenkomst behorende voorwaarden direct melden aan de fondsbeheerder.

  • 4.

    De fondsbeheerder vergewist zich ervan dat de nieuwe situatie geen wezenlijke negatieve gevolgen met zich meebrengt voor de financieringsvoorwaarden dan wel (bij herijking van de samenwerking) dat deze geen situaties oplevert die onverenigbaar zijn met de Mededingingswet.

  • 5.

    De doelonderneming is gehouden mee te werken aan een eventuele wijziging of ontbinding van de financieringsovereenkomst indien onduidelijk is of de doelonderneming onder de nieuwe omstandigheden kan blijven voldoen aan de oorspronkelijke financieringsvoorwaarden.

8. Exits en herfinanciering

  • 1.

    De fondsbeheerder is bevoegd een, al dan niet gehele of gedeeltelijke, exit en/of herfinanciering overeen te komen met de doelonderneming, zulks met dien verstande dat indien daartoe de aanleiding voor de fondsbeheerder wordt gevormd door niet voorziene omstandigheden, terwijl het aangaan van een dergelijke overeenkomst relatief grote gevolgen zal hebben voor het uit de betreffende financiering voortkomende financiële en/of maatschappelijke rendement daarbij de bepalingen als volgens dit artikel in acht moeten worden genomen met in achtneming van alle bepalingen in dit artikel:

    • a.

      De fondsbeheerder rapporteert over mogelijkheden voor exits en/of herfinanciering. Ter zake van een individuele financiering wordt een voorstel opgesteld.

    • b.

      Het investeringscomité maakt op basis van het voorstel van de fondsbeheerder haar positieve, neutrale of negatieve advies minimaal vier weken voorafgaand aan de eerstvolgende Algemene Vergadering kenbaar aan de fondsbeheerder.

    • c.

      De fondsbeheerder gaat in haar voorstel richting Algemene Vergadering gemotiveerd in op het advies van het investeringscomité.

    • d.

      De Algemene vergadering kan op basis van de voorgelegde rapportage van de fondsbeheerder instemming verlenen aan één of meerdere exits en/of herfinancieringen.

    • e.

      De daadwerkelijke exit en/of herfinanciering zal plaatsvinden in het jaar nadat de Algemene Vergadering in staat is gesteld een oordeel over de wenselijkheid van de betreffende exit en/of herfinanciering uit te spreken.

  • 2.

    Een exit en/of herfinanciering zonder bovengenoemde instemming van de Algemene Vergadering is in spoedeisende gevallen mogelijk onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      Een positief advies van het investeringscomité, en;

    • b.

      Goedkeuring door de Raad van Commissarissen, en;

    • c.

      Verantwoording achteraf op de eerstvolgende Algemene Vergadering.

9. Bijzondere omstandigheden voor beëindiging financiering

  • 1.

    Een financiering kan met onmiddellijke ingang worden beëindigd door de fondsbeheerder, indien de doelonderneming betrokken is in een strafrechtelijk onderzoek, dan wel een onderzoek door de Autoriteit Consument en Markt naar mogelijke overtredingen van de Mededingingswet.

  • 2.

    Een financiering kan met onmiddellijke ingang worden beëindigd door de fondsbeheerder, indien het energietransitie project aantoonbaar strijdig is met de uitvoering van de wettelijke taken van de provincie.

  • 3.

    Indien een in dit artikel bedoeld geval aan de orde is, moet afstand kunnen worden gedaan van een eventueel aangegane participatie. Terugvordering van leningen en/of het intrekken van garanties gebeurt op basis van de financieringsovereenkomst met inachtneming van eventuele andere voorschriften.

10. Communicatie met betrekking tot investeringen

  • 1.

    Bij externe communicatie door de doelonderneming over energietransitie projecten waaraan FSFE een financiële bijdrage levert, maakt de Doelonderneming dit kenbaar.

  • 2.

    De doelonderneming stelt een communicatieplan op. Onderdeel van het communicatieplan vormt in ieder geval uitwisseling van informatie rondom mijlpalen van het project en besluiten omtrent investeringen en desinvesteringen.

11. Afwijking van het Reglement

  • 1.

    In bijzondere gevallen en alleen op voordracht van de fondsbeheerder kan in afwijking van de bepalingen van dit reglement financiering worden verleend aan doelondernemingen met inachtneming van de bepalingen in dit artikel en altijd binnen de statutaire doelstellingen van FSFE.

  • 2.

    Het voorgenomen besluit tot een ’afwijkende’ financiering, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, vereist een positief advies van het investeringscomité en wordt als individueel besluit ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering. De Algemene Vergadering kan in haar goedkeuringsbesluit nadere voorwaarden stellen aan de financiering dan wel zich onthouden van goedkeuring. In dat laatste geval wordt de financiering niet verstrekt.

  • 3.

    De fondsbeheerder maakt te allen tijde jegens de Doelonderneming een uitdrukkelijk voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering, zowel ten aanzien van de vraag of een financiering zal plaatsvinden, als ten aanzien van de vorm waarin en het moment waarop de financiering zal plaats vinden. De financiering sluit altijd aan bij provinciaal beleid en is conform vigerende wet- en regelgeving.

12. Wijziging en geldigheid Reglement

  • 1.

    De Algemene Vergadering is bij uitsluiting bevoegd dit Reglement inclusief bijlagen te wijzigen of in te trekken. Dit gebeurt niet eerder dan nadat de fondsbeheerder en het investeringscomité zijn gehoord.

  • 2.

    De fondsbeheerder is bevoegd wijzigingen van onderhavig reglement na advies van het investeringscomité voor te stellen aan de Algemene Vergadering.

  • 3.

    Wijzigingen in het Reglement hebben geen gevolgen voor reeds afgesloten financieringsovereenkomsten. Zonder een vastgesteld reglement kunnen geen nieuwe financieringsovereenkomsten worden afgesloten.

13. Toepasselijk recht

Dit Reglement wordt beheerst door het Nederlands recht.

 

Bijlage 1: Eisen aan projectplan

Bijlage 2: Eisen aan projectplan voor LEI-Financiering

 

 

Bijlage 1 bij investeringsreglement: Eisen aan projectplan

 

Het projectplan dient in ieder geval de volgende gegevens te bevatten:

 

Algemeen

  • de doelstelling en achtergrond van de Doelonderneming; de rechtspersoon/rechtspersonen die het energietransitie project uitvoeren

  • of het om een middelgrote, kleine of micro onderneming gaat.

  • de doelstelling van het energietransitie project, de wijze waarop deze doelstellingen worden bereikt en binnen welke termijn

  • de rol en vaardigheden van eventuele samenwerkingspartners

  • een korte introductie van het projectplan;

  • relevante kennis en ervaring van de betrokkenen in relatie tot de energietransitie

  • verbondenheid met en baten voor de provincie Fryslân bij uitvoering van de werkzaamheden

  • MVO beleid

 

Energietransitie en publiek belang

  • een beschrijving van het project in het bijzonder de ingezette processen en/of technologieën;

  • relevantie voor algemeen belang inclusief aansluiting op provinciaal beleid en het profiel van de provincie Fryslân op het gebied van duurzaamheid

  • de wijze waarop het energietransitie project zich eerder bewezen heeft in soortgelijke activiteiten

  • gekwantificeerde bijdrage aan opwekking duurzame energie in relatie tot de te verstrekken financiering

  • gekwantificeerde bijdrage aan energiebesparing ten opzichte van ‘business as usual’ scenario,

  • waarbij dit scenario altijd voldoet aan de reguliere wettelijke opgave van de doelonderneming

  • gecreëerde arbeidsplaatsen die direct samenhangen met het energietransitie project

  • toegevoegde waarde milieukwaliteit, in het bijzonder met betrekking tot de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.

 

Fasering en risico’s

  • zekerheden omtrent technische (mate waarin technologie zich heeft bewezen, onderzoek naar rendement) en organisatorische (vergunningtrajecten, structuur samenwerking) haalbaarheid

  • planning van bouwfase inclusief eventuele resterende afhankelijkheden (goedkeuringen, licenties, vergunningen, inkoopprocessen etc.);

  • SWOT-analyse van het energietransitie project (strengths, weaknesses, opportunities, threats);

  • welke key leveranciers of afnemers er direct betrokken zijn bij het energietransitie project; eventuele afhankelijkheden van inkoop(grondstoffen) of verkoop processen (energie)

  • een duidelijke omschrijving van de gecontracteerde toevoer- en afzetmarkt (indien relevant);

  • waar het (pilot)project plaatsvindt en hoe deze eruit ziet (indien aan de orde);

  • mogelijkheden voor opschaling

 

Financieel en maatschappelijk rendement

Financieel

Maatschappelijk

  • mate waarin leningen/garanties vanuit het FSFE inclusief rentelasten binnen 5-15 jaar kunnen worden terugbetaald;

  • mate waarin risico van aandelenkapitaal uitzicht biedt op waarde ontwikkeling en positief resultaat bij exit

  • maatschappelijk relevante kennisontwikkeling

  • het aantal extra te creëren arbeidsplaatsen in de Provincie.

  • Milieubaten

  • Profiel van de provincie op het gebied van duurzame energie

  • mate waarin energietransitie project aanzet kan vormen tot doorontwikkeling op grotere schaal

 

Organisatie en team

  • persoonlijke gegevens van de doelonderneming met inbegrip van relevante ervaring in relatie tot de uitvoer van onderhavig project;

  • omvang van de doelonderneming, met het oog op eventuele toepassing van bepalingen rond staatssteun

  • opleiding(en) en bijscholing, inkomsten, schulden en verzekeringen;

  • afhankelijkheden van personen en ‘back up’ mechanismen

  • organisatie van de Doelonderneming: vestigingsplaats, personeel, organogram etc.

  • de rechtsvorm van de Doelonderneming inclusief een overzicht van aandeelhouders en de zeggenschap- en aandelenverhoudingen

  • de relatie tussen het energietransitie project en de reguliere bedrijfsvoering van de doelonderneming

  • het belang van het project binnen de totale bedrijfsvoering, commitment van de directie

  • de aanpak met betrekking tot de marketing en promotie van het product/de dienst;

  • een beschrijving van het management/bestuur en overige sleutelpersonen binnen het energietransitie project (onder meer: werkervaring, opleiding, leeftijd, expertise en vaardigheden);

  • de taakverdeling binnen het management/bestuur en tussen sleutelpersonen.

  • zeggenschap, inclusief verhoudingen tussen aandeelhouders indien van toepassing

 

Financiën

  • de volgende financiële documenten:

    - jaarcijfers van de afgelopen drie jaar indien beschikbaar;

    - meerjarige prognose van de omzet, kostenontwikkeling en nettowinst na aftrek van de investeringen en overige lasten;

    - meerjarige prognose van de balans;

    - meerjarige liquiditeitsbegroting;

    - investeringsbegroting

  • scenariobeschrijving met en zonder financiering vanuit FSFE; acties die de doelonderneming heeft ondernomen om andere financieringsbronnen –publiek en privaat - aan te trekken.

  • de financieringsbehoefte van het energietransitie project en welk aandeel hiervan vanuit het FSFE wordt gevraagd;

  • de overige financiers die betrokken zijn bij het energietransitie project en hun rol;

  • of er subsidies zijn aangevraagd/toegekend

  • steunelementen van de aanvraag en conformiteit met de Europese regels rond staatssteun

  • onderbouwing van de financiële haalbaarheid van het project

 

Aflossing en exit strategie

  • gevraagde looptijden lening/garantie

  • bij participatie de gewenste termijn voor betrokkenheid vanuit het fonds (financieel en strategisch);

  • visie op rente/aflossingen, uitkering van dividend

 

Verantwoording en communicatie

  • de wijze waarop handelen conform financieringsvoorwaarden wordt geborgd

  • informatievoorziening bij bijzondere omstandigheden zoals betalingsproblemen

  • communicatie rondom mijlpalen van het project en project planning

  • conformering aan rapportageverplichtingen van de zijde van de fondsbeheerder

 

Bijlage 2 bij investeringsreglement: Eisen aan projectplan voor LEI-Financiering

 

Het projectplan dient in ieder geval de volgende gegevens te bevatten:

 

Ontwikkeltraject

  • overzicht van de kosten voor de ontwikkelfase

  • financieringsbehoefte

  • geformuleerde mijlpalen

  • overzicht van betrokken adviseurs

  • inschatting terugbetaling ontwikkelfinanciering

  • communicatie rondom mijlpalen van het project en projectplanning

  • conformering aan rapportageverplichtingen van de zijde van de fondsbeheerder

 

Algemene informatie doelonderneming

  • de doelstelling en achtergrond van de Doelonderneming

  • de rechtspersoon/rechtspersonen die het energietransitie project uitvoeren

  • de doelstelling van het energietransitie project, de wijze waarop deze doelstellingen worden bereikt en binnen welke termijn

  • de rol en vaardigheden van eventuele samenwerkingspartners

  • een korte introductie van het projectplan

  • relevante kennis en ervaring van de betrokkenen in relatie tot de energietransitie

  • verbondenheid met en baten voor de provincie Fryslân bij uitvoering van de werkzaamheden

 

Minimale projectinformatie

  • een beschrijving van het project in het bijzonder de ingezette processen en/of technologieën en de management en zeggenschapsstructuur

  • relevantie voor algemeen belang inclusief aansluiting op provinciaal beleid en het profiel van de provincie Fryslân op het gebied van duurzaamheid

  • de wijze waarop het energietransitie project zich eerder bewezen heeft in soortgelijke activiteiten

  • inschatting omtrent technische (mate waarin technologie zich heeft bewezen, onderzoek naar rendement) en organisatorische (vergunningtrajecten, structuur samenwerking) haalbaarheid

  • indicatieve planning van bouwfase inclusief eventuele resterende afhankelijkheden (goedkeuringen, licenties, vergunningen, inkoopprocessen etc.)

  • welke key leveranciers of afnemers er direct betrokken zijn bij het energietransitieproject; eventuele afhankelijkheden van inkoop(grondstoffen) of verkoop processen (energie)

  • waar het (pilot)project plaatsvindt en hoe deze eruit ziet (indien aan de orde)

  • jaarcijfers van de afgelopen drie jaar indien beschikbaar

  • indicatieve meerjarige prognose van de omzet, kostenontwikkeling en nettowinst na aftrek van de investeringen en overige lasten

  • onderbouwing van de financiële haalbaarheid van het project (haalbaarheidsonderzoek)

Naar boven