25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid

Nr. 278 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juni 2021

Ik heb van de Russische Federatie het bericht gekregen dat het verdrag ter voorkoming van dubbele belastingen eenzijdig wordt opgezegd. Ik informeer uw Kamer middels deze brief over de gang van zaken en de gevolgen van dit besluit1.

Aanleiding

Nederland is sinds 2014 in onderhandeling met de Russische Federatie over een (reguliere) gedeeltelijke herziening van het verdrag ter voorkoming van dubbele belasting. Ofschoon in januari 2020 ambtelijke overeenstemming werd bereikt over de gedeeltelijke herziening van het belastingverdrag, met daarin ook afspraken om belastingontwijking te voorkomen, benaderde de Russische Federatie Nederland in augustus 2020 om de op ambtelijk niveau uitonderhandelde aanpassingen van het belastingverdrag op een aantal onderdelen te herzien. De Russische Federatie heeft voorgesteld om onder het verdrag (hogere) bronbelastingen te kunnen gaan heffen om zo meer belastinginkomsten te realiseren. Dit verzoek is door de Russische Federatie aan meerdere landen gedaan, waarbij de selectie van de landen zou zijn gebaseerd op de omvang van uitgaande dividend- en rentebetalingen vanuit de Russische Federatie naar die landen. Rusland, heeft naast Nederland, ook Cyprus, Malta en Luxemburg met hetzelfde verzoek benaderd. Deze drie landen hebben (uiteindelijk) ingestemd met het Russische voorstel. Voor zover mij bekend zijn of worden verder Zwitserland, Singapore en Hongkong benaderd.

Nederlandse appreciatie Russisch voorstel

Nederland is altijd bereid geweest om verdere afspraken te maken om belastingontwijking tegen te gaan, maar het voorstel komt er in de kern op neer dat de Russische Federatie, ook in gevallen waar geen sprake is van verdragsmisbruik, slechts bereid zou zijn om verdragsvoordelen onder strenge voorwaarden toe te kennen aan beursgenoteerde bedrijven. Eén van die voorwaarden is dat een beursgenoteerde vennootschap in Nederland een direct aandelenbelang heeft in een dochtervennootschap in Rusland, of omgekeerd. Het ligt in de rede dat niet alle beursgenoteerde bedrijven zonder meer aan alle voorwaarden zullen (kunnen) voldoen. Bedrijven zonder beursnotering, bijvoorbeeld familiebedrijven, zouden in het geheel niet meer in aanmerking komen voor verdragsvoordelen. Slechts een zeer beperkt aantal belastingplichtigen zou dan nog in aanmerking komen voor de verdragsvoordelen. Hiermee wordt onvoldoende rekening gehouden met de belangen van het reële Nederlandse bedrijfsleven. Daar komt bij dat bedrijven in andere EU- landen die eveneens actief zijn in Rusland niet te maken hebben met zulke dergelijke (ongebruikelijke) hogere bronheffingen, waardoor het reële Nederlandse bedrijfsleven op achterstand wordt gezet ten opzichte van het bedrijfsleven uit die landen.

Nederland heeft verschillende constructieve tegenvoorstellen gedaan gericht op het bestrijden van belastingontwijking, bijvoorbeeld doorstroomactiviteiten, en tegelijkertijd reële economische activiteiten te ontzien. Nederland heeft bijvoorbeeld naast een principal purposes test (generieke antimisbruikbepaling) een strenge limitation on benefitsbepaling (specifieke antimisbruikbepaling) voorgesteld. Deze regeling maakt het mogelijk om de toegang tot het verdrag te beperken tot ondernemingen met reële economische activiteiten. De Russische Federatie heeft Nederland te kennen gegeven dat het alleen mogelijk is om dezelfde afspraken te maken zoals eerder met Cyprus, Malta en Luxemburg is werden gemaakt. Er was geen sprake van enige onderhandelingsruimte. Nederland heeft meerdere malen benadrukt dat deze landen niet een-op-een zijn te vergelijken met Nederland. Een aanzienlijk deel van de Nederlandse investeringen betreft namelijk het (reële) Nederlandse bedrijfsleven dat op grote schaal investeert en actief is in Rusland. Gelet op alle voornoemde redenen is het voorstel van de Russische Federatie voor Nederland niet acceptabel.

Gedurende de onderhandelingen is door mij, de Minister van Financiën, de Nederlandse ambassade in Moskou, (vertegenwoordiging van) het Nederlandse bedrijfsleven en het Russisch bedrijfsleven op diverse niveaus meerdere keren aan de Russische Federatie kenbaar gemaakt dat de voorgestelde wijzigingen van het verdrag ter voorkoming van dubbele belasting schadelijk zijn voor zowel Nederland als de Russische Federatie en dat opzegging tot gevolg zal hebben dat de bilaterale investeringsrelatie geschaad wordt. Al deze acties heeft de Russische Federatie uiteindelijk niet tot een ander standpunt doen bewegen.

Gevolgen Russisch besluit beëindiging verdrag ter voorkoming van dubbele belasting

Het verdrag kan eenzijdig worden beëindigd met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste zes maanden voor het verstrijken van een kalenderjaar. Het verdrag is door de Russische Federatie binnen deze termijn opgezegd en dit houdt in de praktijk in dat de toepassing van het verdrag ter voorkoming van dubbele belasting met Rusland per 1 januari 2022 wordt beëindigd.

Vanaf 1 januari 2022 zal dan onder omstandigheden een beroep op het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (Bvdb 2001) kunnen worden gedaan. Dit is een eenzijdige Nederlandse regeling waarin voor aantal situaties, onder bepaalde voorwaarden, wordt voorkomen dat belastingplichtigen die in Nederland wonen of gevestigd zijn (binnenlands belastingplichtigen) over hetzelfde inkomen tweemaal belast worden, namelijk in Nederland en in een ander land. Zo is bijvoorbeeld geregeld dat een Nederlandse ondernemer (natuurlijk persoon) die winst realiseert met behulp van een buitenlandse vestiging (een vaste inrichting) recht heeft op vrijstelling van deze winst of een Nederlandse werknemer die salaris ontvangt voor werkzaamheden verricht in het buitenland, ook een vrijstelling geniet. Daarnaast blijft voor bedrijven de vrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten (deelnemingsvrijstelling en objectvrijstelling) om dubbele (economische) belasting te voorkomen, van toepassing.

Het belangrijkste gevolg van een verdragsloze situatie is dat Rusland (hogere) bronbelastingen zal kunnen heffen op uitgaande dividend-, rente- en royaltybetalingen. In de tweede plaats komen deze (hogere) bronbelastingen in relatie tot de Russische Federatie in een verdragsloze situatie niet meer voor verrekening in aanmerking. Zonder een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting wordt in relatie tot de Russische Federatie namelijk geen verrekening gegeven en zullen deze betalingen in beginsel zowel in Nederland als in Rusland aan belastingheffing worden onderworpen (dubbele belastingheffing)2.

Vervolgstappen

Hoewel de opzegging van het verdrag door de Russische Federatie een stap in de verkeerde richting is, is het geen onomkeerbare stap. Nederland en de Russische Federatie hebben baat bij een goed functionerend verdrag ter voorkoming van dubbele belastingen. De Nederlandse inzet blijft er daarom nog steeds op gericht om de dialoog te zoeken en nog dit jaar tot een oplossing te komen.

Ik houd uw Kamer op de hoogte van relevante ontwikkelingen.

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de lopende onderhandelingen zie: Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 1447.

X Noot
2

Een uitzondering doet zich voor bij deelnemingsdividenden, die in Nederland zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting; Russische bronbelasting die wordt geheven over deelnemingsdividenden kan in Nederland dan ook niet worden verrekend.

Naar boven