Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent de corona-noodsteun van dierentuinen en dierenparken (Tijdelijke Verordening Corona-noodsteun dierentuinen en dierenparken Rotterdam 2021)

De Raad van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van het burgemeester en wethouders van 26 januari 2021 (raadsvoorstel nr. 21bb655); raadsstuk 21bb2225;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat:

het wenselijk is om een grondslag te creëren voor verstrekking van financieringssteun in verband met (tijdelijke) tekorten in de exploitatie en daaruit voortkomende liquiditeitstekorten van organisaties die het directe gevolg zijn van het coronavirus en de daarmee verband houdende overheidsmaatregelen;

 

besluit tot het vaststellen van:

 

Tijdelijke Verordening Corona-noodsteun dierentuinen en dierenparken Rotterdam 2021

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    aanvraag: verzoek als bedoeld in artikel 4:1 Algemene wet bestuursrecht aan het college om als gemeente noodsteun te verstrekken;

  • -

    aanvrager: organisatie met rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht die de gemeente verzoekt om noodsteun;

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

  • -

    financieringssteun: steun als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder i van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014;

  • -

    geldnemer: rechtspersoon aan wie de gemeente een gemeentelening verstrekt;

  • -

    gemeentelening: geldlening die door de gemeente is verstrekt aan de geldnemer;

  • -

    noodsteun: een bijzondere vorm van financieringssteun, die voorziet in het geheel of gedeeltelijk opvangen van al dan niet tijdelijke tekorten in de exploitatie en daaruit voortkomende liquiditeitstekorten die het directe gevolg zijn van het coronavirus en de daarmee verband houdende overheidsmaatregelen;

  • -

    noodsteunontvanger: de aanvrager waar de noodsteun aan wordt verstrekt.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op het verstrekken van noodsteun in de vorm van een gemeentelening voor het in artikel 3 genoemde doel.

  • 2.

    De Subsidieverordening Rotterdam 2014 is niet van toepassing op het verstrekken van noodsteun op grond van deze verordening.

  • 3.

    De bepalingen in de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 en de Uitvoeringsregeling leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 zijn van toepassing op het verstrekken van noodsteun, voor zover daarvan in deze verordening niet wordt afgeweken. Dat geldt ook voor de in artikel 3 en 4 van de Uitvoeringsregeling leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 vermelde modellen aanvraagformulieren, besluiten en overeenkomsten. De bepalingen in de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 en de Uitvoeringsregeling leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 die specifiek betrekking hebben op garantieverlening zijn niet van toepassing.

  • 4.

    In afwijking van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 en de Uitvoeringsregeling leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014, voorziet het verstrekken van gemeenteleningen op grond van deze verordening uitsluitend in het geheel of gedeeltelijk opvangen van al dan niet tijdelijke tekorten in de exploitatie en daaruit voortkomende liquiditeitstekorten van de aanvrager en niet in de financiering van investeringen met betrekking tot bouw, verbouw, verwerving of inrichting van onroerende zaken of investeringen in vervoermiddelen.

Artikel 3 Doel

Het doel van deze verordening is het verstrekken van noodsteun, door middel van het verstrekken van gemeenteleningen, waarmee al dan niet tijdelijke tekorten in de exploitatie en daaruit voortkomende liquiditeitstekorten van een dierentuin of dierenpark die het directe gevolg zijn van het coronavirus en de daarmee verband houdende overheidsmaatregelen (gedeeltelijk) kunnen worden opgevangen;

Artikel 4 Subsidieontvangers

Noodsteun kan uitsluitend worden verstrekt aan dierentuinen en dierenparken in Rotterdam.

Artikel 5 Bevoegdheid college

  • 1.

    Het college besluit over het verstrekken van noodsteun.

  • 2.

    Indien het bedrag waarvoor het college noodsteun verstrekt groter is dan 500.000 euro beslist het college niet tot toekenning van noodsteun dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.

  • 3.

    Het college kan voorwaarden en verplichtingen verbinden aan de beschikking tot noodsteun.

  • 4.

    Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Artikel 6 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    Het subsidieplafond voor noodsteun is het totaal aan subsidie dat kan worden verstrekt middels een gemeentelening ter hoogte van maximaal tien miljoen euro.

  • 2.

    Noodsteun ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Artikel 7 Wijze van verdeling

  • 1.

    Verstrekking van noodsteun vindt plaats op volgorde van het tijdstip van ontvangst van complete aanvragen die aan de vereisten voor noodsteun voldoen, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Bij overschrijding van het subsidieplafond wordt bij de laatste aanvraag tot verlening noodsteun die aan de vereisten voldoet, de te verstrekken noodsteun naar beneden bijgesteld tot het plafond niet meer overschreden wordt.

Artikel 8 Vereisten om voor noodsteun in aanmerking te komen

Om voor noodsteun op grond van deze verordening in aanmerking te komen, dient de aanvrager te voldoen aan de volgende vereisten:

  • a.

    de aanvrager is een vóór 1 januari 2020 bij de Kamer van Koophandel Rotterdam ingeschreven rechtspersoon die statutair en feitelijk is gevestigd in de gemeente Rotterdam, een bevoegd bestuur heeft en het toezicht op het bestuur van de rechtspersoon is vastgelegd in de statuten en de hierbij gehanteerde governancecode;

  • b.

    de aanvrager is in het bezit van een dierentuinvergunning van het Rijk;

  • c.

    de aanvrager is lid van de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen;

  • d.

    de aanvrager heeft in de drie jaren voorafgaand aan 2020 een bezoekersaantal van ten minste een miljoen bezoekers per jaar;

  • e.

    het voortbestaan van de aanvrager is in het geding en dit is een direct gevolg van het coronavirus en de daarmee verband houdende overheidsmaatregelen;

  • f.

    de financiële nood van de aanvrager heeft geen oorsprong in de financiële huishouding van 31 december 2019 of eerder;

  • g.

    het uitblijven van steun zal de aanvrager in zodanige problemen brengen dat het voortbestaan van de aanvrager in gevaar komt en dat daarmee een voorziening van groot publiek belang dreigt te verdwijnen;

  • h.

    de aanvrager heeft aantoonbaar werkzaamheden verricht om de gevolgen van de crisis in verband met het coronavirus zelf op te vangen, te verminderen of de financiële positie te verbeteren, waarbij te denken valt aan:

    • minimaliseren kosten, zonder dat dit de veilige afstand tot andere personen heeft belemmerd;

    • maximaliseren alternatieve inkomsten;

    • onderzoeken, en waar mogelijk verkrijgen van, alternatieve steunmaatregelen;

  • i.

    de aanvrager maakt op basis van actuele inzichten aannemelijk dat een éénmalige lumpsum noodsteun strikt noodzakelijk is om in het voortbestaan van diens organisatie te voorzien.

Artikel 9 Bij de aanvraag om noodsteun in te dienen gegevens

  • 1.

    Een aanvraag om noodsteun wordt ingediend bij het college met behulp van een door of namens het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Onverminderd de in artikel 4, tweede lid, van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 genoemde gegevens gaat de aanvraag in ieder geval vergezeld van:

    • a.

      een prognose van de inkomstenderving tot en met ten minste 1 juli 2021 als gevolg overheidsmaatregelen ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus;

    • b.

      indien van toepassing, een overzicht van reeds ontvangen steunmaatregelen;

    • c.

      een overzicht van getroffen maatregelen om de continuïteitspositie te verbeteren;

    • d.

      de jaarrekeningen inclusief jaarverslagen over de afgelopen drie jaren en andere financiële gegevens die de aanvraag kunnen onderbouwen;

    • e.

      een onderbouwde liquiditeitsprognose van de aanvrager tot en met ten minste 1 juli 2021;

    • f.

      een overzicht met mogelijk te verstrekken zekerheden aan de gemeente.

Artikel 10 Aanvraagtermijn

In afwijking van de in artikel 5, eerste lid, van de in Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 genoemde aanvraagtermijn wordt een aanvraag tot verlening van noodsteun ingediend uiterlijk binnen vier weken na de datum van vaststelling van deze verordening.

Artikel 11 Beslistermijn

In afwijking van de in artikel 6 van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 opgenomen beslistermijnen heeft het college de mogelijkheid om de in het eerste en tweede lid van dat artikel vermelde termijnen tweemaal gemotiveerd te verlengen met vier weken.

Artikel 12 Weigeringsgronden

Onverminderd de in de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 neergelegde weigeringsgronden, kan het college een aanvraag voor noodsteun geheel of gedeeltelijk weigeren indien naar zijn oordeel de aanvraag niet voldoet aan de in deze verordening genoemde vereisten.

Artikel 13 Aanvullende verplichtingen

Onverminderd de in de artikelen 14 en 15 van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 neergelegde verplichtingen, zijn aan de noodsteun de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de noodsteunontvanger heeft een inspanningsplicht om in geval van herstructurering een reorganisatie sociaal uit te voeren, waarbij wordt getracht werknemers van werk naar werk te begeleiden;

  • b.

    de noodsteunontvanger is verplicht tot het doen van onverwijlde schriftelijke opgave van iedere wijziging die betrekking heeft op zijn financiële situatie, waaronder het verkrijgen van andere vormen van publieke of private steun of financiering;

  • c.

    voor het verkrijgen van andere vormen van publieke of private steun of financiering, alsmede in de in artikel 11 van de Uitvoeringsregeling leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 genoemde omstandigheden, is voorafgaande toestemming van het college vereist. Het college kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 14 Verantwoording

  • 1.

    Onverminderd de in artikel 16, eerste en tweede lid van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 opgenomen verplichting tot verstrekking van gegevens, zendt de steunontvanger periodiek doch minimaal drie keer per jaar nader te bepalen gegevens aan het college toe, teneinde de risico-ontwikkeling met betrekking tot de leningverstrekking te kunnen beoordelen.

  • 2.

    Het college is bevoegd een andere termijn te hanteren dan de termijn die in het eerste lid is vermeld.

Artikel 15 Intrekking of wijziging van het besluit tot het verstrekken van noodsteun

Artikel 17 van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 over intrekking en wijziging is van toepassing op het besluit tot het verstrekken van noodsteun.

Artikel 16 Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college handelt overeenkomstig deze verordening, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de verordening te dienen doelen.

  • 2.

    Besluiten op aanvragen tot het verstrekken van noodsteun op basis van de hardheidsclausule worden ter goedkeuring door het college aan de gemeenteraad voorgelegd.

Artikel 17 Inwerkingtreding en duur

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze verordening vervalt op 30 september 2021, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Artikel 18 Overgangsbepaling

De voorwaarden en verplichtingen gesteld aan de voor de inwerkingtreding van deze verordening verstrekte voorschotten op noodsteun, blijven van kracht.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Tijdelijke Verordening Corona-noodsteun dierentuinen en dierenparken Rotterdam 2021.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 februari 2021.

De griffier,

I.C.M. Broeders

De voorzitter,

B. van Schaik, plv.

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 26 februari 2021 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl– Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

 

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING

 

De Tijdelijke Verordening Corona-noodsteun dierentuinen en dierenparken Rotterdam 2020 strekt tot het verstrekken van noodsteun aan Rotterdamse dierentuinen en dierenparken en voorziet daarmee in het (gedeeltelijk) opvangen van (tijdelijke) tekorten in de exploitatie en daaruit voortkomende liquiditeitstekorten die het directe gevolg zijn van het coronavirus en de daarmee gepaard gaande overheidsmaatregelen. De noodsteun is een bijzondere vorm van financieringssteun als bedoeld in de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014. De bepalingen in de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 en de Uitvoeringsregeling leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 zijn van toepassing op het verstrekken van noodsteun, voor zover daarvan in deze verordening niet wordt afgeweken. Dit geldt ook voor de bepalingen waarnaar in deze verordening niet expliciet wordt verwezen.

De bepalingen in de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 en de Uitvoeringsregeling leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 die specifiek betrekking hebben op garantieverlening zijn niet van toepassing.

 

De noodsteun wordt verstrekt door middel van het verstrekken van gemeenteleningen. De noodsteun moet voldoen aan Europese regelgeving, zoals de staatssteunregels. Van staatssteun kan sprake zijn als niet marktconforme voorwaarden en tarieven worden gehanteerd. Op grond van artikel 9, derde lid, van Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 kan het college gemotiveerd afwijken van het hanteren van een marktconforme rente, voor zover daarmee niet in strijd met wettelijke voorschriften wordt gehandeld.

 

De noodsteun is bedoeld voor de ondersteuning van de exploitatie ten behoeve van de uitvoering van activiteiten en ziet primair op de continuïteit van de organisatie en de bijhorende werkgelegenheid. Daarom hebben ontvangers van de noodsteun verplicht een inspanningsplicht om in geval van herstructurering een reorganisatie sociaal uit te voeren, waarbij wordt getracht werknemers van werk naar werk te begeleiden. De noodsteun is echter geen garantie dat alle banen behouden blijven. In sommige gevallen is volledig banenbehoud omwille van de continuïteit en levensvatbaarheid van de onderneming niet mogelijk. Steun ziet nadrukkelijk niet op het beschermen van de belangen van afzonderlijke (private) aandeelhouders. Een onderneming is en blijft zelf verantwoordelijk voor de strategie en het beleid van de onderneming, de bedrijfsvoering en de continuïteit daarvan.

Naar boven