Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 11 december 2024

MRDH, Westersingel 12, Rotterdam

BESLOTEN DEEL

Opening, mededelingen en vaststellen agenda besloten deel

1. Mededelingen en vaststellen agenda

Vaststellen verslag besloten deel vorige vergadering

2. Verslag besloten deel vergadering 13 november 2024

De bestuurscommissie stelt het conceptverslag van het besloten deel van de vergadering 13 november 2024 ongewijzigd vast.

Bespreekpunten

3.1 Financiële reservering diverse OV-projecten

De bestuurscommissie besluit:

  • 1)

    Aan het algemeen bestuur voor te stellen om via de reguliere P&C-cyclus de volgende bedragen te reserveren in de periode 2024-2040:

    • a.

      maximaal € 435,8 miljoen voor meer openbaar vervoer in de regio:

      • i.

        Remise Guldenpad: € 55 miljoen;

      • ii.

        Remise Karstenhoekplein: € 25 miljoen;

      • iii.

        Gekoppeld rijden RandstadRail: € 15 miljoen;

      • iv.

        Lijn 19b (station Delft – TU Delft) exploitatie en beheer en onderhoud: € 8 miljoen;

      • v.

        Metronet: € 173 miljoen;

      • vi.

        Remise Waalhaven: € 104 miljoen;

      • vii.

        Compensatie tolheffing OV Maasdeltatunnel 2025 en 2026: € 0,8 miljoen;

      • viii.

        Plan Toekomstvast Tramnet: € 55 miljoen.

    • b.

      maximaal € 135 miljoen voor diverse maatregelen om de beschikbaarheid en duurzaamheid van de OV-assets te verbeteren:

      • i.

        Ontwikkelingen zoals Verduurzaming (uit SA) maar ook Energie/Stroomnet en Circulair OV en arbeidsmarkt en innovatie: € 6 miljoen;

      • ii.

        Kwaliteit van het OV zoals weesobjecten, liften, Modernisering DRIS, Railveiligheid, brandveiligheid en andere wettelijke taken: € 74 miljoen.

      • iii.

        Zero-emissie busvervoer Rotterdam e.o.: € 55 miljoen.

    • c.

      maximaal € 40 miljoen om in 2025 en 2026 te voorkomen dat de herijking door het Rijk van de Ov-studentenkaart (en daarmee een vermindering van de inkomsten voor onze vervoerders) leidt tot een verschraling van het openbaar vervoer in onze regio;

    • d.

      maximaal € 5,2 miljoen voor uitvoering van de Beleidslijn Maatwerkvervoer in 2025 tot en met 2028;

    • e.

      maximaal € 39,5 miljoen om de oorspronkelijke tariefstijging in het OV voor 2024 van 11,7% in 2025 niet door te voeren en de vervoerbedrijven hiervoor te compenseren;

  • 2)

    Waar mogelijk investeringen in één keer te financieren zodat rentelasten worden voorkomen en er per saldo meer geld beschikbaar blijft voor het openbaar vervoer en de bereikbaarheid van onze regio;

  • 3)

    De in beslispunt 1 genoemde bedragen te reserveren vanuit de reeds ontvangen en nog te ontvangen Bikkergelden;

  • 4)

    Over de besteding van de overige Bikkergelden (€ 516 miljoen in de periode 2024-2040) een besluit te nemen nadat duidelijkheid bestaat over het al dan niet doorgaan van de dreigende BDU-korting, als onderdeel van een integraal besluit over de wijze waarop deze BDU-korting indien van toepassing vanaf 2026 binnen de beleidsvelden Verkeer en Openbaar Vervoer wordt opgevangen.

3.2 MIRT-verkenning Oude Lijn – vaststellen Notitie Kansrijke Oplossingen

De bestuurscommissie besluit:

  • 1)

    In te stemmen met de vaststelling door het bestuurlijk overleg MIRT verkenning Oude Lijn van de volgende selectie van meest kansrijke oplossingen welke in de volgende fase van de MIRT-verkenning verder worden onderzocht:

    voor City Sprinters/Nieuwe Stations

    • de vier nieuwe stations Rijswijk Buiten, Schiedam Kethel, Rotterdam Van Nelle en Dordrecht Leerpark inclusief de twee extra benodigde sporen tussen Delft en Schiedam voor de bediening van Schiedam Kethel en Rotterdam van Nelle. Met daarbij:

      • o

        alle onderzochte locaties voor de nieuwe stations Rijswijk Buiten en Schiedam Kethel.

      • o

        voor het nieuwe stations Rotterdam Van Nelle in principe alleen de locaties West en Sparta, onder voorbehoud van de uitkomst van een te doorlopen proces met de omgeving in samenhang met de gemeentelijke Gebiedsuitwerking. Uiterlijk eind Q1 2025 wordt een definitieve bestuurlijke keuze gemaakt in het BO Oude Lijn.

      • o

        voor het nieuwe station Dordrecht Leerpark de locaties Leerpark en Leerpark Zuid.

      • o

        voor de twee extra sporen tussen Delft-Schiedam een maaiveld ligging, een verdiepte ligging en combinaties van maaiveld/verdiept (met lokaal een brugdek)/verhoogd (als spoordijk). Een keuze in de nader uit te werken combinatievarianten, maximaal 1 tot 2, (waaronder ook een volledige verdiepte ligging) worden uiterlijk eind Q1 2025 vastgesteld in het BO Oude Lijn.

    • het verhogen van het aantal sprinters naar 8x per uur.

    • korter halteren van sprinters.

  • Voor Schiedam Centrum

    • de oplossingen ‘Compact’, ‘Vrijstaand’ en een ‘Opgeplust’ benuttingsalternatief.

  • Voor Laan van NOI

    • de oplossingen ‘Toegangspoort, ‘Verbinder’ en een basisalternatief.

  • voor Leiden

    • de oplossingen ‘Verhoogd Stadszijde’, ‘Schutters-veld’, en ‘Leiden Bio Science Park’.

  • voor Dordrecht

    Focus op:

    • o

      een goed functionerende transfer in het station met tweezijdige oriëntatie dat goed aansluit bij gebiedsontwikkelingen en bestaande stad. Hierbij wordt bekeken welke functie het monumentale stationsgebouw daarin kan hebben.

    • o

      de bouwstenen rondom het station die nodig zijn voor de MIRT-opgave.

  • 2)

    In te stemmen met de vaststelling door het bestuurlijk overleg MIRT verkenning Oude Lijn van de bijgevoegde conceptrapportage Notitie Kansrijke Oplossingen voor de verschillende deelstudies (bijlagen 1, 2, 3, 4 en 5);

  • 3)

    De portefeuillehouder Investeren in bereikbaarheid te mandateren om de onder 1 genoemde selectie en onder 2 genoemde documenten in het bestuurlijk overleg MIRT-verkenning Oude Lijn van 12 december 2024 vast te stellen, inclusief tekstuele aanpassingen voortgekomen uit het bestuurlijk overleg.

Hamerstukken

4. - 

Ter informatie

5. -

Rondvraag en sluiting van het besloten deel

6. -

 

OPENBAAR DEEL

 

Spreekrecht

1. Spreekrecht

-

Opening, mededelingen en vaststellen agenda

2. Mededelingen en vaststellen agenda

Vaststellen verslag openbaar deel

3. Verslag openbaar deel vergadering 13 november 2024

De bestuurscommissie stelt het conceptverslag van het openbaar deel van de vergadering 13 november 2024 ongewijzigd vast.

Bespreekpunten

4.1 Rijksregeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2025-2030 (Tranche 3)

De bestuurscommissie besluit:

  • 1)

    Een samenwerkingsprogramma met het Rijk aan te gaan voor de investeringsimpuls Strategisch Plan Verkeersveiligheid tranche 3 (2025-2030) en dit te beschouwen als een samenwerkingsprogramma als bedoeld in artikel 1 sub X van de Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2024;

  • 2)

    De Uitvoeringsregeling Vervoersautoriteit MRDH 2024 te wijzigen, voor het onderwerp investeringsimpuls Strategisch Plan Verkeersveiligheid conform bijgevoegd wijzigingsbesluit, onder andere inhoudende:

    • a.

      Ten aanzien van alle 3 de tranches dient de gevraagde bij de eindverantwoording behorende accountantsverklaring te verklaren dat de verantwoorde maatregelen gerealiseerd zijn.

    • b.

      Ten aanzien van de 2e tranche wordt met terugwerkende kracht tot 1 juli 2022 de grondslag van de berekening van de aanvullende subsidie van de MRDH, zijnde de door het Rijk subsidiabel geachte kosten, vermeerderd met 21%.

    • c.

      Ten aanzien van de 3e tranche te bepalen dat een aanvullende subsidie van 40% wordt verleend op de door het Rijk subsidiabel geachte kosten.

  • 3)

    Het samenwerkingsprogramma toe te voegen aan het IPVa en de dekking voor het benodigde budget voor de aanvullende subsidie van 40% van maximaal €9.579.967,- voor de 3e tranche te betrekken bij de besluitvorming actualisatie IPVa 2025.

4.2 IPVa kleine projecten 2025

De bestuurscommissie besluit:

  • 1)

    Het bijgevoegde programma Kleine Projecten 2025 vast te stellen;

  • 2)

    Conform het bijgevoegde besluit, op grond van artikel 5, eerste lid van de Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH, voor het programma Kleine projecten voor het subsidiejaar 2025 een subsidieplafond van € 30.000.000,- vast te stellen;

  • 3)

    Het saldo (zie hiervoor de bijlage 3 en 4 openstaande verplichtingen en de financiële eindstand van het programma kleine projecten 2024) van het programma Kleine projecten 2024 ad € 17.683.200,- toe te wijzen aan:

    • a.

      Het samenwerkingsprogramma investeringsimpuls Strategisch Plan verkeersveiligheid tranche 3 (2025 – 2030) met € 9.579.967,-.

    • b.

      Vrijval van BDU-middelen met € 8.103.233,-

  • 4)

    Het programma ketenmobiliteit vanuit het Transitieprogramma OV en corona te beëindigen en de eindstand vast te stellen op € 1.626.500,-.

  • 5)

    Opdracht te geven voor een analyse van de aanmeldingen versus daadwerkelijke subsidieaanvragen in het programma Kleine Projecten van het IPVa in de afgelopen vijf jaar en factoren die daarop invloed hebben en dit te vertalen naar de hoogte van het subsidieplafond danwel de breedte van de bestedingsdoelen uiterlijk bij de 1e Bestuursrapportage.

Hamerstukken

5.1 Vaststellen kaders en planning Vervoersplanprocedure 2026

De bestuurscommissie besluit:

  • 1)

    Voor de dienstregeling 2026 de reguliere vervoerplanprocedure te doorlopen volgens bijgevoegde planning en procedure (bijlage 1 en 2);

  • 2)

    De Kadernota OV 2017, de Strategische Agenda 2023-2026 en de Borging toekomstbestendig OV in de hele regio te hanteren als inhoudelijke kaders voor de Vervoerplannen 2026;

  • 3)

    Als financieel kader voor alle concessies voor de vervoerplannen 2026 uit te gaan van een ongewijzigd productieniveau (aantal dienstregelingskilometers) t.o.v. 2025;

  • 4)

    De gemeenten, vervoerders en andere belanghebbenden met bijgevoegde conceptbrief schriftelijk te informeren over (de planning van) de procedure en hun betrokkenheid (bijlage 3).

5.2 Studiekosten MIRT-verkenning Oude Lijn

De bestuurscommissie besluit in te stemmen met de in de vergaderverslagen afspraken luidende:

  • 1)

    een bijdrage van de MRDH aan het studiebudget voor de MIRT-verkenning Oude Lijn van:

    • 25% voor de deelstudies Schiedam-Centrum en Laan van NOI.

    • 7,2% voor de deelstudie overstijgende studiekosten en het werkspoor mobiliteit-verstedelijking.

  • 2)

    de maximale bijdrage van de MRDH aan het studiebudget, als bedoeld in het eerste beslispunt voor de analysefase (over 2023 en 2024) bedraagt:

    • € 440.347,- excl. btw aan de gemeente Schiedam voor deelstudie Schiedam-Centrum.

    • € 692.803,- excl. btw aan de gemeente Den Haag voor deelstudie Laan van NOI.

    • € 20.520,- excl. btw aan de gemeente Delft voor het werkspoor mobiliteit-verstedelijking.

    • € 81.360,- excl. btw voor de deelstudie overstijgende kosten.

  • 3)

    deze bijdrage aan de studiekosten te dekken uit de door MRDH gereserveerde realisatiebudgetten voor knooppunt Schiedam Centrum en Laan van NOI;

  • 4)

    de bijdrage van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan het studiebudget voor de deelstudies Schiedam-Centrum, Laan van NOI en werkspoor mobiliteit-verstedelijking, na opname door het Rijk in de MRDH beschikking Brede Doel Uitkering, aan gemeenten Schiedam, Den Haag en Delft uit te keren;

  • 5)

    de maximale bijdrage van IenW als bedoeld in het vierde beslispunt aan het studiebudget voor de analysefase (over 2023 en 2024) is:

    • € 880.694,- excl. btw aan de gemeente Schiedam voor Schiedam-Centrum.

    • € 1.385.607,50,- excl. btw aan de gemeente Den Haag voor Laan van NOI.

    • € 194.655,- excl. btw aan de gemeente Delft voor het werkspoor mobiliteit-verstedelijking.

5.3 Onderzoekskosten planuitwerking Algeracorridor 2024

De bestuurscommissie besluit in te stemmen met de in het Bestuurlijk Overleg Algeracorridor van 10 juli 2024 en het Directeurenoverleg Algeracorridor van 23 oktober 2024 gemaakte afspraken:

  • 1)

    een bijdrage van de MRDH van 19,12% voor de onderzoekskosten van de planuitwerkingsfase van maximaal € 2.900.000,- van de Algeracorridor;

  • 2)

    de maximale bijdrage van de MRDH aan het onderzoeksbudget, als bedoeld in het eerste beslispunt voor de planuitwerkingsfase van de Algeracorridor (over 2024) bedraagt € 95.600,- excl. btw aan de gemeente Capelle aan den IJssel;

  • 3)

    deze bijdrage aan de studiekosten te dekken uit het door MRDH gereserveerde realisatiebudget voor de Algeracorridor;

  • 4)

    deze bijdrage te verrekenen met het totale toegezegde MRDH bedrag aan het gehele project Algeracorridor.

5.4 HTM Subsidievaststelling Busconcessie Haaglanden Stad 2018-2019

De bestuurscommissie besluit:

  • 1)

    Op grond van het vaststellingsverzoek, de subsidieverlening voor de busconcessie Haaglanden Stad, de ingediende verantwoording en op grond van de Subsidieverordening Mobiliteitsfonds 2005 van het Stadsgewest Haaglanden dat van toepassing is op basis van de Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015 voor kalenderjaar 2018:

    • a.

      Een aanvullende subsidie sociale veiligheid te verlenen aan HTM ter hoogte van € 195.184,-

    • b.

      Rekening houdend met beslispunt 1 a, de subsidie vast te stellen op € 12.776.594,- conform bijgevoegde ontwerpbeschikking.

  • 2)

    Op grond van het vaststellingsverzoek, de subsidieverlening voor de busconcessie Haaglanden Stad 2012 - 2019, de ingediende verantwoording en op grond van de Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2018 de subsidie voor het resterende deel van het kalenderjaar 2019 in deze concessie vast te stellen op € 12.994.609,- conform bijgevoegde ontwerpbeschikking.

5.5 HTM Subsidievaststelling Busconcessie Haaglanden Stad 2023

De bestuurscommissie besluit:

Op grond van het vaststellingsverzoek, de subsidieverlening voor de busconcessie Haaglanden Stad, de ingediende verantwoording en op grond van de Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2018, conform bijgevoegde beschikking, de subsidie voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 vast te stellen op € 23.509.059,-.

5.6 HTM Subsidievaststelling Railconsessie Assets 2023

De bestuurscommissie besluit:

Conform bijgevoegde ontwerpbeschikking:

  • 1)

    Een aanvullende subsidie te verlenen aan HTM van € 2.004.631 voor het subsidieonderdeel Kapitaallasten Railvoertuigen;

  • 2)

    En vervolgens de subsidie Railconcessie Haaglanden Assets 2023 inclusief de onder 1) genoemde wijziging, vast te stellen op € 118.386.790,-.

5.7 HTM Subsidievaststelling Railconcessie Exploitatie en Sociale Veiligheid 2023

De bestuurscommissie besluit:

Conform bijgevoegde ontwerpbeschikking:

  • 1)

    Een aanvullende subsidie te verlenen aan HTM van € 107.621,- voor het subsidieonderdeel Transitievergoedingen;

  • 2)

    Een aanvullende subsidie te verlenen aan HTM van € 947.216,- voor het subsidieonderdeel Sociale Veiligheid;

  • 3)

    en met inachtneming van 1) en 2) de subsidie voor het jaar 2023 voor de railconcessie Haaglanden 2016-2031 (Exploitatie en Sociale Veiligheid) vast te stellen op € 12.560.481,-.

5.8 EBS Subsidievaststelling Busconcessie Haaglanden Streek 2023

De bestuurscommissie besluit:

Op grond van het vaststellingsverzoek, de subsidieverlening voor de busconcessie Haaglanden Streek, de ingediende verantwoording en op grond van de Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2018, conform bijgevoegde beschikking de subsidie voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 vast te stellen op € 24.955.871,-.

5.9 EBS Subsidievaststelling Busconcessie Voorne-Putten en Rozenburg 2023

De bestuurscommissie besluit:

Op grond van het vaststellingsverzoek, de subsidieverlening voor de busconcessie Voorne-Putten en Rozenburg, de ingediende verantwoording en op grond van de Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2018, conform bijgevoegde beschikking de subsidie voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 vast te stellen op € 12.387.427,-.

5.10 Subsidieverleningen Rail- en busconcessies 2025 

De bestuurscommissie besluit:

  • 1)

    Conform de ter inzage liggende ontwerpbeschikkingen op grond van de ingediende subsidieaanvragen en de Subsidieverordening Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2024:

    • a.

      Naar aanleiding van de motie Bikker te besluiten:

      • i.

        Er zijn geen landelijke richtlijnen tot stand gekomen met betrekking tot de uitwerking van de compensatie, aangezien er soms grote verschillen kunnen zitten tussen concessies. Voor de busconcessies zal er een jaarlijkse compensatie plaatsvinden. Voor 2024 is dit bedrag vastgesteld op basis van de door de MRDH ontvangen Bikker gelden uit hoofde van de gemiste LTI prijsindexatie in 2024 van de ov-tarieven. Voor 2025 wordt dit bedrag opgehoogd met de LTI 2025.

      • ii.

        Voor de railconcessies zal er geen compensatie plaatsvinden voor de gemiste LTI prijsverhoging van de ov-tarieven aangezien deze tariefverhoging via de normopbrengsten weer terugvloeit naar de MRDH.

    • b.

      De manager OV te mandateren om, indien nodig, het bevoorschottingsregime van de aan EBS, HTM en RET verstrekte subsidies aan te passen, in die zin dat onder verder gelijkblijvende voorwaarden en verplichtingen maximaal twee bevoorschottingstermijnen naar voren gehaald kunnen worden en eerder dan voorzien betaalbaar kunnen worden gesteld aan EBS, HTM of RET op voorwaarde dat de betreffende vervoerder een onderbouwd verzoek daarvoor bij MRDH indient.

    • c.

      In afwijking van de gebruikelijke hantering van de definitieve raming van de LBI-index (namelijk de raming van september van het jaar voorafgaand) bij de berekening van de onderstaande subsidieverleningen voor de busconcessies als voorlopige index voor 2024 de raming van september 2024 te hanteren.

    • d.

      De subsidie Openbaar Vervoer 2025 voor de concessie Voorne-Putten en Rozenburg te verlenen aan EBS Public Transportation B.V. voor de exploitatie en activiteiten in het kader van sociale veiligheid in de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 op voorlopig prijspeil 2025 voor een bedrag van maximaal € 16.575.064,-.

    • e.

      De subsidie Openbaar Vervoer 2025 voor de concessie Haaglanden Streek te verlenen aan EBS Public Transportation B.V. voor de exploitatie en activiteiten in het kader van sociale veiligheid in de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 op voorlopig prijspeil 2025 voor een bedrag van maximaal € 37.442.354,-

    • f.

      De subsidie Openbaar Vervoer 2025 voor de busconcessie Haaglanden Stad te verlenen aan HTM Personenvervoer N.V. voor de exploitatie en activiteiten in het kader van sociale veiligheid in de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 op voorlopig prijspeil 2025 voor een bedrag van maximaal € 37.138.384,-.

    • g.

      De subsidie Openbaar Vervoer 2025 voor de concessie Rail Haaglanden te verlenen aan HTM Personenvervoer N.V.:

      • voor de exploitatie en activiteiten in het kader van sociale veiligheid in de periode 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 op voorlopig prijspeil 2025 voor een bedrag van maximaal € 24.474.557,-.

      • In deze beschikking af te wijken van de aanvraag van HTM voor de instandhouding en beheer & onderhoud van de Railinfrastructuur en de Railvoertuigen in de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 op voorlopig prijspeil 2025 voor een bedrag van maximaal € 134.928.838,-. En HTM een termijn van 13 weken te geven om alsnog met een onderbouwing te komen voor de mutanten 'Security OT Infra', 'vergunningverlener' , 'Duurzaamheid' en ‘Tunnelbeheer’. Tezamen voor een bedrag van maximaal € 1.269.000. Deze zullen dan als een aanvullende subsidieaanvraag worden behandeld.

    • h.

      De subsidie Openbaar Vervoer 2025 voor de busconcessie Rotterdam e.o. te verlenen aan RET N.V. voor de exploitatie en activiteiten in het kader van sociale veiligheid in de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 op voorlopig prijspeil 2025 voor een bedrag van maximaal € 45.565.860,-.

    • i.

      De subsidie Openbaar Vervoer 2025 voor de concessie Rail Rotterdam te verlenen aan RET N.V.

      • voor de exploitatie en activiteiten in het kader van sociale veiligheid in de periode 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 op voorlopig prijspeil 2025 voor een bedrag van minimaal -/- € 26.615.875,-.

      • In deze beschikking af te wijken van de aanvraag van RET voor de instandhouding en beheer & onderhoud van de Railinfrastructuur en de Railvoertuigen in de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 voorlopig prijspeil 2025 voor een bedrag van maximaal € 237.891.117,-.

    • j.

      De exploitatiesubsidie voor de concessie Parkshuttle te verlenen aan Connexxion Openbaar Vervoer N.V. voor de exploitatie voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 voor een bedrag van maximaal € 960.188,-.

  • 2)

    Op grond van de samenwerkingsovereenkomst personenvervoer over water (PoW West) en bijbehorende addendum de bijdrage van MRDH van € 2.433.313,- aan Personenvervoer over Water te bevestigen richting Rotterdam middels verzending van de brief.

5.11 Subsidielijst

De bestuurscommissie besluit conform bijgevoegde lijst de genoemde besluiten te nemen.

Ter informatie

6. -

Rondvraag en sluiting van het openbaar deel

7. -

Aldus vastgesteld in de vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag d.d. 11 december 2024

J.W. Immerzeel

adjunct-secretaris

A.J.F. Kapteijns

plv. voorzitter

Naar boven